Milad (40) uit Emmen nog vast op Sardinië, maar kans op uitlevering aan Iran is klein. 'Slachtoffer van politieke en diplomatieke spanningen'
In dit artikel:
De Emmenaar Milad Rahimian (40), die al 15 jaar in Nederland woont en genaturaliseerd Nederlander is, zit sinds 4 juli vast op Sardinië naar aanleiding van een uitleveringsverzoek van Iran wegens vermeende fraude. Zijn arrestatie vond plaats tijdens vakantie en gebeurde ondanks dat hij Nederlands staatsburger is, iets wat de Italiaanse politie over het hoofd zou hebben gezien. De Italiaanse advocaten van Rahimian benadrukken dat Italië terughoudend is in het uitleveren van verdachten aan Iran, zeker gezien de gespannen politieke situatie in het Midden-Oosten en eerdere meldingen dat Italië nog nooit iemand aan Iran heeft uitgeleverd.
De situatie wordt bemoeilijkt door internationale spanningen, onder meer door het conflict tussen Israël, de VS en Iran, waar Sardinië extra veiligheidsmaatregelen had vanwege een bezoek van de Amerikaanse ambassadeur. Rahimian ervaart dit als onderdeel van politieke en diplomatieke druk waarmee hij niets te maken heeft. Na vijf dagen werd hij vrijgelaten, maar met een reisverbod voor het eiland. Hij vreest voor zijn veiligheid indien uitlevering aan Iran alsnog plaatsvindt, omdat het regime bekendstaat om martelingen en executies van afvalligen.
Volgens zijn advocaten zijn de aantijgingen van fraude waarschijnlijk vals en heeft Iran 40 dagen om de zaak te onderbouwen. Ook moet Iran aantonen dat hun detentieomstandigheden vergelijkbaar zijn met die in Italië, wat als onwaarschijnlijk wordt beschouwd vanwege gerapporteerde mensenrechtenschendingen. Het gezin van Rahimian – zijn vrouw Shima en hun twee jonge kinderen – is inmiddels teruggekeerd naar Nederland, waar ze zich machteloos en teleurgesteld voelen. Shima benadrukt de corruptie in Iran en de vrees dat vals bewijs kan worden gebruikt.
De arrestatie en daaropvolgende omstandigheden hebben ook zware financiële gevolgen; Rahimian draagt zelf de kosten voor verblijf en juridische bijstand, terwijl zijn telecombedrijven in Emmen noodgedwongen moesten sluiten. Ondanks de schrijnende aard van de zaak en de betrokkenheid van het ministerie van Buitenlandse Zaken, kan de Nederlandse overheid weinig meer doen dan consulaire steun bieden. De Nederlandse ambassadeur in Italië heeft inmiddels zijn zorgen geuit en dringt aan op een spoedige afhandeling. Burgemeester Eric van Oosterhout noemt de situatie ‘schrijnend’, maar geeft aan dat de gemeente geen eigen stappen onderneemt.