Mijn eerste vriendje leerde me wat je kunt vergaren als je niet te bang bent het ook weer te verliezen
In dit artikel:
Op haar 44ste verjaardag belt haar eerste vriend weer op, precies na een jaar stilte. Ze staan al 25 jaar in elkaars leven en kunnen zonder omhaal de toon van hun contact bepalen: zij vertelt dat ze telkens zelf een relatie verbreekt voordat haar eigenaardigheden zichtbaar worden; hij herinnert haar aan een keer dat zij een deuk in zijn Toyota schopte — beide aanwijzingen dat ze elkaar kennen en blijven accepteren.
Hun gezamenlijke verleden was turbulent omdat hij kortstondig beroemd was: hij stuurde haar veertien Valentijnskaarten, had een nummer één-hit, stond op posters en toerde van festivals naar Belgische tv, terwijl zij in Breda probeerde haar vwo-diploma te halen en het huishouden deed — dekbedhoezen van de Hema, mosterdsoep uit blik, en later zelfs de onderbroeken van hun dochter strijken. Toch veranderde die roem de kern van hun dagelijkse leven niet; nadat de aandacht weg ebde, koos hij voor een baan in het onderwijs, hield contact met enkele collega-muzikanten, trouwde en werd stiefvader, zonder zijn liefde voor muziek te verliezen.
De ontmoeting op haar verjaardag leidt tot een besef: echte waarde schuilt in de stiltes en het gewone leven, in de bereidheid dingen te verzamelen en weer los te laten. Het strijken op die feestdag wordt een metafoor voor het zoeken naar orde en onkreukbaarheid in een verder onvoorspelbare wereld.