Mijn columns zijn nooit over de islam of moslims gegaan - en toch word ik er wekelijks over gemaild

donderdag, 2 oktober 2025 (13:02) - Het Parool

In dit artikel:

Dilara Bilgiç, psycholoog en columnist van Het Parool, schrijft sinds vier maanden wekelijks columns — geen enkele over de islam of moslims — en krijgt desalniettemin consequent islamofobe reacties. Lezers sturen haar beschuldigingen dat ze “pro-sharia” zou zijn omdat ze de situatie in Gaza genocide noemt, of veronderstellen dat ze moslim is en daarom partijdig. Anderen vertellen openlijk dat ze als werkgever moslims wil mijden, of verwachten dat moslims zich continu publiekelijk distantiëren van religieuze overtuigingen om vooroordelen weg te nemen.

Bilgiç gebruikt deze voorbeelden om te laten zien hoe genormaliseerd en ongedwongen islamofobie is geworden: verzonden met naam en functie, zonder terughoudendheid. Ze plaatst die privé-aanvallen in een bredere politieke context: in aanloop naar de verkiezingen verschijnen Kamerinitiatieven en moties die de islam koppelen aan integratieproblemen, voorstellen voor een boerkaverbod en uitspraken dat “de islam niet bij Nederland hoort”. Dat zulke vragen en formuleringen nieuwswaardig genoeg zijn om in kranten te verschijnen, illustreert volgens haar hoe het vijandbeeld stukje bij beetje wordt ingebed in het publieke debat.

De columnist waarschuwt dat het problematiseren van moslims politieke winst oplevert en dat dit leidt tot normalisatie van discriminatie en vijandigheid. Ze roept op zich bewust te zijn van deze ontwikkeling en signaleert dat kritiek op Israël of solidariteit met Palestijnen daardoor meteen religieus of politiek gekleurd wordt geïnterpreteerd. Bilgiçs observatie werpt een licht op de grens tussen legitiem politiek debat en het routinematig stigmatiseren van een bevolkingsgroep.