Michiel (60) uit Hoogeveen laat bezoekers wegdromen bij reclame uit grootmoederstijd. 'Hier staat voor mij geluk'
In dit artikel:
Museum Hoogeveen op bedrijventerrein Buitenvaart is een tijdcapsule met veertien volledig aangeklede nostalgische winkeltjes en duizenden reclamestukken uit de periode tot circa 1960. Achter een klein wegwijzingsbord in een modern pand schuilt een verzameling die bezoekers het gevoel geeft terug te stappen naar een eenvoudiger consumptietijdperk, met emailleborden, blikken, lichtbakken, verpakkingen en winkelinrichting uit grootmoeders tijd.
Eigenaar en samensteller is de 60‑jarige Michiel Luchtenberg, die het museum ruim vijf jaar samen met zijn vrouw Annet van Ommeren exploiteert. Wat begon als passie groeide in veertig jaar uit tot een omvangrijke collectie: circa vierhonderd emaille reclameborden, meer dan achtduizend blikken en ongeveer 230 oude lichtbakken, naast talloze kleine objecten die de winkeltjes tot leven brengen. De opstelling is thematisch: sigarenwinkel, koffiewinkel, apotheek (met een bijzondere Zwitsal‑collectie), slagerij, bakkerij, schoenmaker, verfwinkel, kapsalon en werkplaats zijn allemaal compleet ingericht zodat bezoekers langere tijd kunnen blijven kijken.
Luchtenberg profileert zich als expert op het terrein van vroege reclame; hij wordt door verzamelaars gezien als een ‘wandelende encyclopedie’. Zijn keuze om zich te beperken tot uitingen tot 1960 is strategisch: jongere reclame is veel gemakkelijker te vinden en minder onderscheidend. Hij zoekt vooral zeldzame, originele objecten — de pareltjes die nostalgie en vakmanschap tonen — en wil geen heruitgaven in de collectie. Een voorbeeld van wat nog op zijn verlanglijstje staat is het originele emaillebord met de Zwitsal‑baby, geen moderne herdruk.
Het museum ontvangt diverse publieksgroepen: dagjesmensen, toeristen uit binnen‑ en buitenland, vriendengroepen en familie‑uitjes. Rondleidingen zijn kleinschalig en persoonlijk — maximaal acht bezoekers per groep — en duren ongeveer een uur; de entree bedraagt rond de tien euro, inclusief koffie of thee met koek. Bezoeken zijn op afspraak (behalve op zondag zijn er vrijwel dagelijks mogelijkheden). Verzamelaars en handelaren komen ook langs om aan te kopen; zij betalen doorgaans geen entree.
Financieel staat Luchtenberg niet te springen om hoge inkomsten; het museum draait vooral op zijn passie. De grootste kostenposten zijn verzekeringen, accountant, belastingen en energie. Hij benadrukt dat hij niet van plan is de collectie te verkopen: de emotionele waarde en het plezier wegen zwaarder dan een mogelijke opbrengst. Zijn persoonlijke achtergrond — opgroeien in een bevindelijk, sober boerengezin en werken als Hema‑filiaalmanager — verklaart mede zijn waardering voor behoud en herstel van gebruiksvoorwerpen.
Ooit speelde hij met het idee om het museum in het leegstaande Karmelietenklooster in het centrum van Hoogeveen onder te brengen en het uit te bouwen tot een grotere publiekstrekker met partners uit het bedrijfsleven en lokale horeca. Dat plan stuitte destijds op terughoudendheid bij de gemeente; Luchtenberg ziet dat achteraf als een gemiste kans, maar is tevreden met de huidige opzet op Buitenvaart.
Museum Hoogeveen onderscheidt zich door de combinatie van omvang, thematische inrichting en zeldzaamheid van objecten; volgens Luchtenberg is er in Nederland geen tweede collectie zoals deze. Bezoekers krijgen niet alleen een lesje geschiedenis maar worden ook aangesproken op emotie en nostalgie — een bewuste ervaring waarin alledaagse zorgen even opzij kunnen schuiven. Voor wie geïnteresseerd is in een rondleiding of meer informatie is het museum enkel op afspraak bereikbaar via het in de publicatie vermelde mobiele nummer.