Methaanuitstoot blijft stijgen, maar de vooruitzichten zijn goed: "Doorduwen om 0,2 graden te winnen"
In dit artikel:
Het VN-milieubureau UNEP publiceert in het nieuwe "Global Methane Status Report" dat methaanuitstoot nog steeds toeneemt, maar dat de vooruitzichten verbeteren. Belangrijke redenen zijn strengere regels voor vuilnisbelten in Europa en de Verenigde Staten en een minder snelle groei van de gasmarkt tussen 2020 en 2024. Ook neemt het gebruik van methaansatellieten toe, wat lekkages sneller zichtbaar maakt en gerichter optreden mogelijk maakt.
In Glasgow (2021) werd het internationale Methane Pledge gelanceerd: deelnemers streven naar 30 procent minder methaanuitstoot in 2030 ten opzichte van 2020. De tot nu toe ingediende plannen bij de VN zouden echter slechts ongeveer 8 procent reductie opleveren. Volgens onderzoekers zijn er wel kant-en-klare maatregelen beschikbaar om die kloof te dichten; een volledige vermindering van 30 procent tegen 2030 zou de mondiale opwarming tegen 2050 met circa 0,2°C beperken en leiden tot naar schatting 180.000 minder vroegtijdige sterfgevallen en minder oogstverliezen.
Methaan is een krachtig broeikasgas: over 20 jaar telt het ongeveer 80 keer zo zwaar als CO2 bij het vasthouden van warmte, over 100 jaar bijna 30 keer. Belangrijke antropogene bronnen zijn lekken in gasinfrastructuur, de methaanproductie van herkauwers en slecht beheerde afvalplaatsen; ook smeltende permafrost kan door klimaatverandering extra methaan vrijmaken. Naar schatting is methaan verantwoordelijk voor ongeveer 30 procent van de huidige opwarming.
De grootste winst valt in de energiesector te halen (ongeveer 72 procent van het reductiepotentieel), bijvoorbeeld door lekken te dichten. Landbouw en afvalbeheer bieden respectievelijk zo'n 18 en 10 procent van de mogelijkheden. Tegelijk blijven er obstakels: methaanlekken zijn moeilijk te detecteren in delen van Rusland, en beleidsverschuivingen — zoals onder president Trump in de VS — hebben ingezet op minder strikte handhaving. Verder vormt het gebrek aan volledige, transparante wereldwijde data een grote uitdaging voor monitoring en verantwoording.
UNEP signaleert dat steeds meer landen concrete beleidsmaatregelen uitwerken (ongeveer 65 procent van de partijen bij het klimaatakkoord van Parijs), maar benadrukt dat versneld en breed uitgevoerde acties nodig zijn om het volle reductiepotentieel te benutten.