Meta wint van Amerikaanse toezichthouder rechtszaak over machtsmonopolie

In dit artikel:

Meta heeft in de Verenigde Staten een belangrijke antitrustzaak gewonnen. De Federal Trade Commission (FTC) had het bedrijf in 2020 aangeklaagd en betoogde dat Facebook destijds Instagram en WhatsApp had gekocht om concurrerende dreigingen te elimineren en zo een machtspositie te verwerven. Instagram en WhatsApp waren ruim tien jaar geleden overgenomen voor respectievelijk 715 miljoen en 22 miljard dollar; die deals waren aanvankelijk door toezichthouders goedgekeurd.

E-mails die tijdens het onderzoek naar voren kwamen leken te wijzen op strategische intenties van Facebook, waarna de FTC eiste dat Meta de platforms zou afstoten of herstructureren. De zaak werd aanvankelijk afgewezen wegens onvoldoende bewijs, later in 2022 heropend en leidde tot een proces dat zeven maanden geleden begon. Een rechter in Washington oordeelde vandaag dat de FTC niet voldoende heeft aangetoond dat de overnames Meta een illegaal monopolie hebben opgeleverd — noch in het verleden, noch in het heden. De rechtbank stelde dat bewijs van actuele marktmacht ontbreekt; Meta wees daarbij op rivalen als TikTok, YouTube en Snapchat.

De uitspraak is van belang voor toekomstige handhaving van mededingingsregels tegen techreuzen, omdat rechters duidelijkheid vragen over de bewijslast rond zowel historische overnames als de huidige marktdominantie.