Met nieuwe coördinator tegen femicide volgt Nederland Spaans voorbeeld

donderdag, 18 december 2025 (21:31) - NOS Nieuws

In dit artikel:

Het demissionaire kabinet stelt een Nationaal Coördinator Geweld tegen Vrouwen en Huiselijk Geweld aan, naar aanleiding van een oproep uit de Tweede Kamer. Doel is meer samenhang in het beleid rond bijvoorbeeld femicide (moord op vrouwen vanwege hun gender) en beter afgestemde samenwerking tussen instanties, zodat signalen van huiselijk geweld eerder leiden tot ingrijpen en daarmee levens worden gered.

Concreet wil het kabinet onder meer dat slachtoffers via gps kunnen controleren of een ex-partner met een enkelband in de buurt is en dat de politie dan direct een waarschuwing krijgt. Op termijn moet er ook een landelijke hulplijn komen onder een kort nummer 116, die fungeert als onafhankelijk doorverwijspunt.

Een delegatie Nederlandse ambtenaren bezocht recent Spanje om de aanpak daar te bestuderen. Spanje pakt gendergeweld al ruim twintig jaar integraal aan, met grotere zichtbaarheid van het probleem, gespecialiseerde rechtbanken en onderwijs gericht op genderperspectieven. De Spaanse advocaat Lola Calderon adviseert Nederland te investeren in specialisatie, zichtbaarheid en onderwijs: niet alleen straffen, maar ook preventie en maatschappelijke bewustwording.

Een opvallend verschil is het Spaanse verbod op gezamenlijke voogdij tussen dader en slachtoffer bij gendergeweld; de dader mag dan geen contact met de kinderen hebben. In Nederland bestaat een sterke maatschappelijke en rechterlijke neiging om omgang tussen beide ouders te behouden, ook bij scheidingen, wat problematisch kan zijn als er sprake is van intiem geweld. Calderon waarschuwt voor mogelijke misbruik van strenge maatregelen in vechtscheidingen, maar stelt dat dat in Spanje niet veel voorkomt.

Staatssecretaris Rutte benadrukt dat de harde cijfers aanleiding geven tot handelen: gemiddeld wordt in Nederland ongeveer elke acht dagen een vrouw vermoord. Het kabinet vindt dat het systeem met de nieuwe coördinatie en maatregelen minder versnipperd moet raken en dat Nederland niet langer mag wegkijken.