Met Klaver én Eerdmans als minister verdwijnt de zuurheid in één klap
In dit artikel:
De columnist vergelijkt moderne partijblokades in Nederland met historische morele keuzen — zoals de Amerikaanse Burgeroorlog en de Bartholomeusnacht — om te laten zien dat sommige keuzes onmiskenbaar goed of kwaad waren. Tegenover die helderheid plaatst hij de hedendaagse politieke polarisatie: VVD-ers die willen uitsluiten dat GL-PvdA in kabinetten zit, en D66-ers die Ja21 buiten de deur willen houden. Criticus is dat voorstanders van één blokkade zelden oog hebben voor die van hun eigen kamp, waardoor partijbelang het landsbelang overstemt en bestuurlijke verlamming in stand blijft.
Als alternatief pleit hij voor een onorthodoxe, neutrale aanpak: beide blokkades opheffen en gedwongen stabiliteit zoeken in een brede vijfpartijencoalitie van D66, CDA, VVD, GL-PvdA en Ja21. Zo’n kabinet zou ongeveer 95 zetels omvatten — een comfortabele meerderheid binnen de huidige Kamer van vijftien fracties — en een breed politiek spectrum afdekken, waarbij compromissen nodig zijn en opportunisme minder loont omdat ministerschappen gedeeld worden. Wie zich schaart tegen de samenwerking riskeert electorale afstraffing.
De oproep krijgt extra gewicht door de buiten- en binnenlandse dreigingen die volgens de schrijver om daadkracht vragen: geopolitieke spanningen met Rusland, onzekerheid binnen de NAVO en beleidstechnische crises thuis (woningnood, stikstof, asiel, energie, klimaat). In die context ziet hij een kabinet van nationale eenheid als realistisch en bevrijdend: het zou polarisatie temperen en invloedrijke leiders verplichten tot samenwerken in plaats van te blijven scoren op verdeeldheid.