Met hulp van Trump kan Poetin kiezen voor bevriezen van het conflict in plaats van een slopende oorlog
In dit artikel:
De afgelopen dagen nam de spanning aan de oostflank van de NAVO flink toe door twee ontwikkelingen: Russische verkenningsdrones doorkruisten Pools luchtruim en Rusland hield in Belarus een grote militaire oefening (Zapad/West) vlakbij NAVO-grenzen. Polen reageerde met verhoogde paraatheid: enkele drones werden neergehaald, troepen en gevechtsvliegtuigen uit andere NAVO-lidstaten werden naar de grens verplaatst en de grens met Belarus werd deels gesloten. Die snelle, eensgezinde respons toont volgens waarnemers juist de samenhang binnen de alliantie — maar ook de kwetsbaarheid voor goedkope onbemande vliegtuigen.
Analisten zien de drone-incidenten zowel als potentiële pressiemiddel van Moskou — een signaal richting Europa dat escalatie mogelijk is — als een onbedoeld effect: de aanvallen legden tekortkomingen in NAVO-luchtafweer bloot en dwongen westerse landen tot aandacht voor lichte, mobiele systemen die kleine, laagvliegende drones kunnen uitschakelen. Het advies luidt: meer tanks helpt weinig tegen deze dreiging; investeer eerst in compacte luchtverdediging, zoals Oekraïne al jarenlang toepast.
Zapad 2025 blijkt in omvang veel minder indrukwekkend dan de editie van 2022, die voorafging aan grootschalige Russische inzet in Oekraïne. Aanvankelijk werden circa 13.000 deelnemers gemeld; bronnen spreken nu van mogelijk zo’n 18.200 soldaten totaal, waarvan ongeveer 5.500 Russen. Poetin gaf publiekelijk veel hogere cijfers, maar waarnemers merken op dat veel troepen ver van de Oekraïense grens rond trainingsgebieden bij Borisov zijn gebleven, deels uit vrees voor Oekraïense aanvallen. De oefeningen concentreerden zich op compagnie-niveau en bevatten weinig manoeuvres met grote eenheden, wat de indruk wekt dat er geen directe voorbereiding op grootschalige offensieven plaatsvindt.
De bredere beeldvorming is dat het Russische leger diep uitgeput is en geen reële dreiging vormt voor NAVO-landen met zijn grondmacht. Waar Rusland nog wel pijn kan doen, is via raketten en drones: massale bombardementen en gerichte aanvallen op infrastructuur blijven een wapen waarop Moskou kan terugvallen. Oekraïne breekt daarentegen op het slagveld steeds vaker terrein terug, vooral in de oblast Donetsk, en profiteert van eerdere succesvolle acties tegen Russische luchtverdediging rond de Krim.
Tegelijkertijd voert Oekraïne de druk binnen Rusland op: recente drone- en raketaanvallen richtten zich op raffinaderijen, opslagplaatsen en exporthavens ten westen van de Oeral, waaronder belangrijke terminals bij St. Petersburg. Volgens berichten verdedigen die faciliteiten samen een aanzienlijk deel van Rusland’s energiecapaciteit. Transneft, dat het pijpleidingnet beheert en grofweg 80 procent van de Russische olie transporteert, waarschuwde klanten voor verminderd transport- en opslagvermogen. Dat vermindert niet alleen exportinkomsten, maar kan ook interne bevoorrading en de militaire brandstoftoevoer raken — een probleem dat verergerd wordt nu de wereldolieprijs onder druk staat door verhoogde Saoedische leveringen.
Op het diplomatieke front speelt de Verenigde Staten een belangrijke rol. President Trump heeft recent de toenadering tot de Wit-Russische president Loekasjenko gezocht; Loekasjenko toont zich wisselvallig in loyaliteit ten opzichte van Moskou en heeft ondertussen enkele politieke gevangenen vrijgelaten in ruil voor versoepeling van Amerikaanse sancties. Trump dringt er bij Europa op aan om Russische olie- en gasinkoop te staken en wil bovendien dat Europa China harder aanpakt — eisen die zowel ingrijpend als moeilijk realiseerbaar zijn. Daarmee loopt hij in sommige dossiers Europese beleidsmakers vooruit.
Alles bijeen groeit de kans dat we in een cruciale fase van het conflict zitten: Rusland lijkt niet in staat tot een beslissende overwinning en kan vooral nog langdurige schade aanrichten met raketten en drones. Voor Poetin resteert de politieke optie om tijd te winnen en te zoeken naar een bevriezing van het conflict, een uitweg die door sommigen als de meest realistische ‘window of opportunity’ wordt gezien en die mede door Amerikaanse druk beïnvloed kan worden. Voor NATO-landen is de les helder: naast zware wapens moet de nadruk veel meer op praktische luchtverdediging komen om de nieuwe, goedkope dreigingen adequaat te kunnen pareren.