Met gematigdheid trekken we het politieke debat uit de puberteit
In dit artikel:
Nu de campagne voorbij is, pleit het artikel voor het opwaarderen van ons publieke en politieke gesprek door de klassieke deugd temperantia — gematigdheid — weer serieus te nemen. De auteur toont aan dat temperantia meer is dan rustig midden houden: het is een bewuste pauze tussen impuls en handelen, waarin men eigen motieven en de belangen van anderen tegen elkaar afweegt en zoekt naar lange-termijndoelen en gemeenschappelijk welzijn.
Als praktijkvoorbeeld haalt het stuk recente Duitse politiek aan: CDU-leider Friedrich Merz stond onder druk om de AfD toegankelijker te maken, maar koos ervoor te vertragen, een intern, diepgaand debat te voeren en uiteindelijk vast te houden aan het traditionele Brandmauer-beleid om extreemrechts buiten regeringscoalities te houden. Die terughoudendheid maakte de keuze niet zwakker, maar juist beter doordacht en legitimereerbaar — precies wat temperantia bewerkstelligt.
Historische en filosofische verwijzingen verduidelijken de lading van de deugd. Thomas van Aquino zag temperantia als een innerlijke sereniteit die emoties niet uitschakelt, maar ordent; Immanuel Kant wijst erop dat ook tegengewichten kritisch moeten worden beoordeeld; en theoloog Stanley Hauerwas benadrukt dat temperantia verlangt dat je jouw verlangens laat vormen door hun waarde voor jezelf en voor anderen. Samengevat: temperantia vraagt om zelfbeheersing én verbeeldingsvermogen ten aanzien van collectieve consequenties.
Tegenover deze ideaaltypische deugd staat de hedendaagse praktijk: een politiek- en mediasysteem dat onmiddellijke emotionele respons beloont. Social media, camerasettings en deeternally live politiek zorgen dat boosheid en schreeuwgedrag vaak meer rendement opleveren dan zorgvuldigheid. Dat levert amusement en kijkcijfers op, maar schaadt het publieke goed en bemoeilijkt samenwerken en coalitievorming. Ter illustratie noemt het artikel een verkiezingsincident waarin SP-leider Jimmy Dijk Wilders vernederde met een clownimitatie — spektakel dat de discussie polijstte, maar inhoudelijk weinig opleverde — en contrasteert dat met CDA-leider Henri Bontenbal, die bewust koos voor een kalme, inhoudelijke houding en daar zijn partij uiteindelijk mee hielp.
Concreet stelt de auteur dat intemperantia niet alleen een karaktergebrek is maar ook gefaciliteerd wordt door instituties en routines, en dat die structuren moeten veranderen. Praktische voorstellen zijn onder meer:
- af en toe de camera uitzetten tijdens debatten zodat politici minder theaterdrang hebben en journalisten gedwongen worden inhoudelijke verslagen te maken;
- strengere normen en handhaving in de Tweede Kamer tegen persoonlijke aanvallen, met actief ingrijpen van de Kamervoorzitter en fracties;
- een verantwoordelijkere rol van journalisten en presentatoren: minder lovend zijn over gevatheid of theatrale kwaliteiten, en meer oordelen op effectiviteit en publieke relevantie;
- opvoeding van burgers om politiek niet als amusement te consumeren.
Het artikel benadrukt ook dat transparantie en authenticiteit waardevol zijn, maar dat deugden elkaar moeten temperen; temperantia fungeert als de “prefrontale cortex” van het morele en politieke kompas die helpt voorbij impulsiviteit te komen en het gemeenschappelijk belang voorop te stellen. Slotboodschap: na deze verkiezingen is het tijd dat het publieke debat volwassen wordt — wellicht saaier op televisie, maar gezonder voor het land.