Met de pfas-vervuiling in Nederland komt het nooit meer goed
In dit artikel:
Sinds de jaren zeventig is Nederland op grote schaal vervuild met pfas, een groep toxische en nauwelijks afbreekbare chemische stoffen die vooral in blusschuim werden gebruikt. Een schrijnend voorbeeld hiervan is een bedrijventerrein in Doetinchem, waar meer dan 1.300 containers met verouderd blusschuim jarenlang lekte en de bodem ernstig verontreinigde. Vijf jaar na de eerste onthullingen over deze vervuiling blijkt het saneren van het terrein zeer complex en kostbaar. Het blusschuim moest worden afgevoerd naar gespecialiseerde verbrandingsovens in het buitenland, omdat Nederland zelf niet over geschikte faciliteiten beschikt. Vervolgens werd vrijwel 20.000 ton zwaar vervuilde kleigrond nat afgegraven en met grote moeite ondergebracht op speciale stortplaatsen, waarbij de kosten de oorspronkelijk geraamde bedragen ver overstegen. Pogingen om de kosten op de failliete ondernemer te verhalen liepen spaak.
De situatie in Doetinchem staat niet op zichzelf: door het hele land zijn honderden tot duizenden locaties zwaar vervuild met pfas, vaak afkomstig van oude brandweer-, defensie- en industrieterreinen. Deze stoffen verspreiden zich langzaam en zijn vrijwel niet afbreekbaar, waardoor ze als een deken over Nederland liggen. Provincies zijn bezig met het in kaart brengen van risicovolle locaties, maar precies aantal en ernst zijn onduidelijk. Financiële middelen voor saneringen zijn beperkt; tot nu toe is er vanuit het Rijk zo'n 91 miljoen euro beschikbaar gesteld, met nog eens 100 miljoen voor de komende jaren. Pfas-saneringen kennen geen landelijke regie en zijn daardoor afhankelijk van individuele initiatieven, wat de effectiviteit beperkt.
De aanpak wordt bemoeilijkt doordat de schadelijke stoffen moeilijk te verwijderen zijn, waar ook de beperkte capaciteit van stortplaatsen en de hoge kosten voor verwerking aan bijdragen. Innovaties zoals het recyclen van vervuilde kleigrond tot bakstenen zijn nog kleinschalig en niet opschaalbaar. Ook plantaardig materiaal dat in contact kwam met pfas kan niet zonder risico’s worden verwerkt vanwege ontbrekend beleid en hoge kosten.
De wijdverspreide aanwezigheid van pfas in milieu en voedselketen baart zorgen. Ze zijn aangetroffen in grond, water, landbouwproducten, vlees, vis, bier en drinkwater. Vooral de pfas-variant tfa is problematisch omdat deze niet effectief uit water kan worden verwijderd en regelmatig gezondheidsrichtwaarden overschrijdt. Hoewel er dure filters zijn die pfas kunnen verwijderen, verplaatsen deze het probleem slechts doordat de gefilterde resten opnieuw in het milieu terechtkomen.
Wetenschappers en milieudeskundigen waarschuwen dat de pfas-vervuiling een onomkeerbaar probleem is geworden met wereldwijde impact op ecosystemen en menselijke gezondheid. Ondanks Europese initiatieven om pfas te reguleren, zijn de stoffen al zo verspreid dat een grondige opschoning praktisch onmogelijk is en extreem kostbaar zou zijn. De sanering van kleine terreinen zoals in Doetinchem zal slechts een druppel op de gloeiende plaat blijven zolang een landelijke aanpak en voldoende middelen ontbreken. De sporen van pfas zullen in bodem, water en voedsel nog lange tijd een bedreiging vormen, waarbij de vraag blijft wie uiteindelijk verantwoordelijk en aansprakelijk wordt gehouden voor deze milieuschade en de exorbitante saneringskosten.