Met de bus naar Zambiaanse hoofdstad: allerlei luchtjes, bananenschillen en een klapband
In dit artikel:
Marjanne Hendriksen beschrijft een zeven uur durende busreis naar Lusaka, de hoofdstad van Zambia, vol kleurrijke en ongemakkelijke taferelen. Op het busstation wordt ze aangesproken door kaartjesverkopers, maar ze wacht af tot een bus daadwerkelijk plaats heeft; de eerste is vol, de tweede heeft nog een plekje. Omdat de bagageruimte vol is, neemt ze haar koffer mee de bus in en klemt die tussen haar benen. De bus zit overvol: kinderen op schoot, tassen en koffers in het gangpad, geuren vermengen zich en onderweg vliegen er zakjes, flesjes en schillen uit de ramen. Bij haar voeten groeit een hoop bananenschillen en zelfs een visgraat belandt op de vloer; een peuter bij haar voorop zorgt voor een natte plek.
Halverwege volgt een schrikmoment: een luide knal blijkt een klapband linksachter. De bus stopt, zo’n honderd passagiers stappen uit. In de brandende zon wordt de kapotte band vervangen door een gladde reserveband; het herstel duurt ongeveer een uur. Hendriksen raakt eraan herinnerd dat twee collega’s uit haar trainingsprogramma onlangs omkwamen bij een minibusongeluk dat eveneens veroorzaakt werd door een klapband, en voelt zich dankbaar dat zij ongedeerd blijft. Zij zoekt troost in haar geloof. Hendriksen woont sinds 2007 in Zambia; vanuit de christelijke gereformeerde kerk in Nunspeet werkt ze aan Christian Education Ministry en maakt Bijbelvideo’s voor kinderen.