Mest en water gaan ook in het kabinet moeizaam samen
In dit artikel:
In het demissionaire kabinet is spanning ontstaan over technische aanpassingen in het mestbeleid van minister Femke Wiersma (Landbouw). De kwestie draait om de nieuwe bemestingsnormen die Wiersma in het kader van het vierjaarlijkse actieprogramma voor de Nitraatrichtlijn wil invoeren: strengere maxima op plekken met slechte waterkwaliteit (vooral zand- en lössgronden in het zuiden) en versoepeling waar het water al schoon is. De knelpunten betreffen vooral de afbakening van gebieden die versoepeling krijgen en de voorgestelde versmalling van bufferstroken langs sloten (vaak van 5 naar 1 meter), wat boeren extra grond oplevert maar waterschappen vrezen als risico voor meer uitstroom van meststoffen.
Minister Robert Tieman (Infrastructuur en Waterstaat), partijgenoot van Wiersma en oud-waterschapsbestuurder, zou zich aanvankelijk tegen delen van het plan hebben verzet omdat het de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater zou kunnen aantasten. De NOS meldde dat ambtelijke stukken waarschuwen voor verslechtering van de waterkwaliteit en mogelijke strijd met de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water — Europese verplichtingen waar Nederland aan moet voldoen. Onder druk van BBB zou Tieman volgens berichten zijn bijgedraaid, maar staatssecretaris Thierry Aartsen (VVD) blijft tegenstand bieden.
De zaak leidde tot felle politieke reacties; D66-voorman Rob Jetten en CDA-leider Henri Bontenbal uitten scherpe kritiek en waarschuwden dat radicale stappen nu het volgende kabinet met extra problemen zouden opzadelen. De betrokken bewindslieden probeerden het conflict te temperen: Tieman zei geen definitief besluit te nemen voordat deskundigheid duidelijkheid biedt en benadrukte dat het om complexe materie gaat; premier Dick Schoof stelde later dat er geen frontale botsing is, slechts verschil van inzicht.
Kern van de discussie is dus technisch en juridisch: hoe bepaal je waar normen aangescherpt of versoepeld mogen worden zonder Europese regels te overtreden en zonder de waterkwaliteit verder te ondermijnen? Waterschappen hebben tijdens inspraak al kritiek geuit op de onderzoeksbasis van Wiersma’s ministerie. Voor akkerbouwers in het zuiden zijn de voorgestelde nieuwe maxima ingrijpend en mogelijk bedreigend voor gewasgroei. De uitkomst van deze discussie heeft gevolgen voor naleving van EU-wetgeving, de waterkwaliteit en de praktische bedrijfsvoering van boeren.