„Mentale gezondheid staat onder druk"
In dit artikel:
Het RIVM en het Trimbos-instituut publiceerden deze week de Monitor mentale gezondheid, een omvangrijk (417 pagina’s) overzicht waarin bestaande registraties en gezondheidsmonitoren zijn samengebracht en door experts worden verklaard. De belangrijkste bevindingen: hoewel ongeveer 85% van de Nederlanders aangeeft tevreden te zijn met het leven (stabiel over tijd), verslechterde de mentale gezondheid vooral onder adolescenten, jongvolwassenen en vrouwen. Jongeren van 18–24 jaar scoren het laagst op levensvoldoening (circa 79%), terwijl 65–74‑jarigen het hoogst scoren (ongeveer 90%).
Sinds 2014 is het aandeel mensen met angst- en depressieklachten toegenomen en zijn er meer mensen met een psychische stoornis; volgens de onderzoekers begon die neerwaartse trend al vóór de coronacrisis. De stijgende vraag naar zorg leidt tot lange wachtlijsten: begin 2023 was de gemiddelde wachttijd voor de basis-ggz ongeveer 14 weken en voor specialistische ggz bijna 21 weken. Economisch zijn psychische stoornissen ook kostbaar: de zorguitgaven bedragen ongeveer €500 per inwoner per jaar. Op de arbeidsmarkt uit zich de problematiek door uitval: ruim vier op de tien mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben deze vanwege psychische aandoeningen.
Projectcoördinator Marieke Hiemstra waarschuwt dat “de mentale gezondheid onder druk staat” en pleit voor een brede aanpak. Aanbevelingen uit het rapport omvatten integratie van mentale gezondheid in al het beleid, het wegnemen van financieringsscheidslijnen tussen medisch en sociaal domein, meer inzet op preventie en vroegsignalering, en het versterken van sociale steunnetwerken (familie, klasgenoten). Ook wijzen de onderzoekers op dat er blinde vlekken bestaan in de data — met name over adolescenten en mbo-studenten — en roepen zij op om daarin te investeren.
Verder adviseren de experts om publiekscampagnes te herijken: mentale gezondheid positiever en normaliserender te bespreken, met aandacht dat sommige mensen professionele hulp nodig hebben en anderen voldoende hebben aan sociale ondersteuning.