Meneer Meertens vertelt | De stille knip van mijn opa en oma
In dit artikel:
De 79‑jarige Emmenaar Geert Meertens beschikt niet alleen over een indrukwekkend archief en tientallen mappen met historische foto’s van zo’n tachtig jaar stadsleven, hij bewaart ook mondelinge herinneringen vol anekdotes over de lokale marktcultuur. Centraal staat de geschiedenis van de vrijdagse markt in Emmen en het nabije horecaleven rond het huidige Wapen van Emmen.
Al vóór de Tweede Wereldoorlog trok de markt veel publiek; naast warenhandel floreerde ook de handel in varkens en schapen, waarbij afspraken vaak werden bezegeld in nabijgelegen cafés. In de jaren twintig bestonden er in de buurt ook kleinschalige thuiskroegen, de zogenoemde ‘stille knip’. Meertens’ opa, eveneens Geert, combineerde op die plek een stelmakerij met een café waar marktgangers samenkwamen. Na nieuwbouw in 1934 kreeg het etablissement een officiële vergunning.
Na het overlijden van opa in 1936 voerde oma Willempje met hulp van zoon Henk de exploitatie; zij hertrouwde later met Wubbo Vos, die als horecaman en wagenmaker samenwerkte met smid Hof. In 1953 verhuurden ze het café aan Wieringa; drie jaar later nam de bekende horecafamilie Kooistra het over (met onder anderen Sjoerd Kooistra). Toen Willempje in 1975 overleed besloot de familie het pand te verkopen. Na een korte eigendom van de heer Drenth kwam het binnen een week terecht bij Gerrie de Jong, die sindsdien het Wapen van Emmen runt.