Meevaller dempt nieuwe zorgpremie: DSW houdt kosten verzekering gelijk
In dit artikel:
Zorgverzekeraar DSW uit Schiedam houdt de maandpremie voor de basisverzekering in 2026 op €158,50 — hetzelfde bedrag als in 2025. Dat valt op omdat veel andere verzekeraars de afgelopen jaren flinke premiestijgingen lieten zien. Volgens bestuursvoorzitter Aad de Groot is die stabiliteit echter tijdelijk: de lagere premie komt door een meevaller uit 2025 en positieve beleggingsresultaten, niet door structurele verlichting van de zorgkosten.
De meevaller ontstaat omdat de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorg in 2025 hoger uitviel dan nodig, waardoor geld in het zorgverzekeringsfonds overbleef. Dat bedrag wordt nu gebruikt om de premie te drukken. Het ministerie van VWS berekende eerder een rekenpremie die door deze meevaller relatief weinig stijgt — van ongeveer €156 naar €159 per maand — wat veel lager is dan eerdere jaren. DSW kende daarnaast gunstige rendementen op beleggingen, waardoor de verzekeraar extra uit de reserves kan putten.
DSW is traditiegetrouw de eerste die de premie voor het volgende jaar bekendmaakt; andere verzekeraars hebben tot 12 november om hun premies te publiceren. De nieuwe premie van DSW geeft doorgaans wel een indicatie van de richting die anderen kunnen kiezen, maar het blijft afwachten of zij ook op hetzelfde niveau blijven.
De Groot waarschuwt dat toekomstige beleidsplannen de premie omhoog kunnen duwen. De voorgenomen halvering van het verplichte eigen risico in 2027 zou naar schatting zo’n €200 per jaar extra aan premiestijging kunnen betekenen. DSW rekent er voorlopig niet op dat die maatregel vóór of direct na de verkiezingen doorgaat.
De Groot signaleert ook zorgmijding door het huidige eigen risico (nu €385): ongeveer tien procent van DSW-verzekerden slaat volgens hem wel eens een recept over of gaat niet naar het ziekenhuis uit vrees voor kosten. Daarom pleit hij voor veel meer inzet op preventie. DSW voert kleinschalige, regionale projecten met gemeenten en zorgaanbieders om gezondheid te verbeteren, maar besteedt daarvan slechts 1 à 2 procent van het beheerde budget van ongeveer €2,5 miljard aan preventie.
Als belangrijkste belemmering noemt hij het huidige stelsel: investeringen in preventie lonen niet structureel omdat verzekeraars die veel uitgeven daarop gestraft kunnen worden wanneer verzekerden massaal overstappen naar de goedkoopste aanbieder. De Groot pleit daarom voor een stelselwijziging waarbij enkele miljarden uit het zorgbudget bestemd worden voor regionale inzet op gezondheid — beheerd door zorgkantoren, gemeenten, zorgaanbieders en welzijnsorganisaties — zodat preventie op lange termijn meer ruimte krijgt.