Meer scholen kiezen voor doorstroomtoets Cito, roep om één aanbieder

In dit artikel:

Ruim 95.000 groep‑8‑leerlingen, circa 54 procent van de lichting, maakt dit schooljaar de doorstroomtoets van Cito, blijkt uit DUO‑cijfers; een jaar eerder koos 47 procent voor die toets. De doorstroomtoetsen, die vanaf 2023/24 in plaats van de oude eindtoets worden gebruikt om de doorstroom naar voortgezet onderwijs te bepalen, moeten de kansengelijkheid verbeteren. De toetsen bevatten verplichte onderdelen voor Nederlandse taal en rekenen, aangevuld met optionele onderdelen, en worden in totaal door zes verschillende aanbieders geleverd — variërend in papier‑ of digitale vorm en inhoud.

Scholen zijn verplicht het schooladvies te verhogen als de toets tot een hoger advies leidt. Dat leidt tot kritiek: analyses van onder meer de PO‑Raad tonen dat leerlingen met vergelijkbare prestaties soms uiteenlopende adviezen krijgen afhankelijk van welke toets ze maken. Vanwege zulke verschillen pleiten onderwijsorganisaties en veel Kamerfracties voor één centrale doorstroomtoets. Demissionair staatssecretaris Becking staat daar “welwillend” tegenover, maar wil eerst rapporten en een inventarisatie van scholen afwachten; bovendien is wetswijziging nodig. Een uniforme toets wordt daarom niet vóór februari 2029 verwacht. Groep 8‑leerlingen maken de toets dit jaar tussen 26 januari en 15 februari 2026.