Meer kinderen maken scheiding mee
In dit artikel:
In 2023 gingen de ouders van bijna 43.000 kinderen uit elkaar — ongeveer 3.500 meer dan een jaar eerder — aldus het CBS. Na een daling tijdens de coronajaren is het aandeel kinderen dat een scheiding meemaakt weer opgelopen: waar tussen 2013 en 2020 jaarlijks circa 1,9% van de kinderen hiermee te maken had, daalde dat na 2020 naar 1,5% en steeg in 2023 naar 1,7%. Het CBS noemt geen verklaring voor die stijging.
Leeftijdsverschillen zijn duidelijk: kinderen van 2 tot 7 jaar ervaren het vaakst een scheiding (ongeveer 2%), terwijl dat bij 16- en 17‑jarigen onder de 1,3% ligt. Ook speelt gezinsvorm een rol: bij getrouwde ouders is de kans op scheiding voor kinderen lager (1,2%) dan bij ongetrouwde samenwonenden (3%).
Per 1 januari woonde 23% van de kinderen niet bij beide juridische ouders. Van de bijna 710.000 thuiswonende kinderen in die situatie woont 72% alleen bij de moeder en 19% bij een ouder met een nieuwe partner. In deze verdeling is in tien jaar weinig veranderd.