Meer geld naar defensie leidt tot weinig economische groei
In dit artikel:
Het Centraal Planbureau (CPB) concludeert dat hogere defensie-uitgaven de Nederlandse economische groei nauwelijks zullen aanjagen. De belangrijkste verklaring is de krapte op de arbeidsmarkt: extra militair personeel wordt grotendeels gehaald uit de bestaande beroepsbevolking, waardoor vacatures in andere sectoren niet worden opgevuld of verdwijnen — zoals CPB-onderzoeker Eva van der Wal samenvat, "Andere banen worden dan niet ingevuld of verdwijnen."
Op de NAVO-top in Den Haag is afgesproken dat lidstaten richting 3,5% van het bbp aan defensie gaan besteden; in 2024 gaf Nederland circa 2% uit, ongeveer 20 miljard euro. Van het extra geld blijft bovendien maar een beperkt deel in Nederland. Meer dan 60% van de investeringen gaat naar geïmporteerde materialen zoals vliegtuigen en wapensystemen; investeringen beslaan zo’n 15–20% van de defensiebegroting. Personeelskosten en onderhoud brengen wel activiteit naar binnen, maar leveren volgens het CPB geen grote impuls op zoals in sommige andere landen.
Defensie-onderzoeksprojecten zijn vaak zeer specifiek en minder bruikbaar voor civiele toepassingen; de beperkte schaal van Nederlands defensieonderzoek verkleint de kans op doorbraken. Het CPB ziet Europese samenwerking als manier om schaalvoordelen te bereiken. Tot slot waarschuwt het Planbureau dat de financiering van hogere uitgaven (via belastingen of bezuinigingen) de economische balans zelfs negatief kan beïnvloeden. Economische effecten mogen echter niet het leidende criterium zijn; veiligheid en weerbaarheid zijn de primaire drijfveren achter hogere defensie-uitgaven.