Meer bouwen leidt niet tot lagere huizenprijzen

woensdag, 22 oktober 2025 (01:23) - Dagelijkse Standaard

In dit artikel:

ABN AMRO waarschuwt in een speciale woningmarktmonitor, uitgebracht in aanloop naar de verkiezingen, dat meer nieuwbouw op korte termijn niet automatisch tot lagere huizenprijzen zal leiden. Hoewel de regering sinds 2022 streeft naar 900.000 woningen tot 2030 (circa 100.000 per jaar), is dat doel door bezwarenprocedures, personeelstekorten, stikstofregels en netcongestie niet gehaald. Daardoor verwacht de bank dat het tekort oploopt tot ongeveer 430.000 woningen in 2025.

De bank benadrukt dat extra bouw op de lange termijn het tekort kan terugdringen, maar dat het proces complex en duur is: nieuwe woonwijken vragen ook infrastructuur, voorzieningen en vooral het herstel van investeerdersvertrouwen na politieke wisselvalligheid. Omdat dat vertrouwen tijd kost, verwacht ABN AMRO geen prijsdaling door alleen nieuwbouw de komende jaren.

De hypotheekrenteaftrek noemt de bank kostbaar (ongeveer 11 miljard euro per jaar) en prijsopdrijvend. Een directe afschaffing kan volgens ABN AMRO — en ook het IMF — flinke economische schokken en dalende huizenprijzen veroorzaken, met verhoogde woonlasten voor sommige eigenaren, vooral starters. Daarom pleegt politiek de voorkeur aan een geleidelijke afbouw, zodat effecten op prijzen en huishoudens beperkt blijven.

Verder merkt de bank op dat weinig partijen voorstellen hebben gedaan om de Wet betaalbare huur te wijzigen, wat erop wijst dat zij vasthouden aan gereguleerde huursectoren. Een goed gereguleerde huurmarkt kan speculatie tegengaan maar brengt mogelijk aanzienlijke kosten voor de overheid met zich mee.