Meditatie: Uit genade
In dit artikel:
Ds. Daniël Bakker, predikant te ’s‑Gravenpolder, betoogt in een predicatie uit 1918 dat de mens door de zonde geestelijk dood en onmachtig is voor het goddelijke leven. Aan de hand van Efeziërs 2:4‑5 wijst hij erop dat alleen Gods barmhartigheid en liefde mensen levend kan maken in Christus; zonder die genade blijft ieder voor geestelijke dingen gesloten. Hij haalt 1 Korinthe 2:14 aan om te onderstrepen dat het natuurlijke verstand de dingen van de Geest niet kan bevatten, en Johannes 5:40 om te laten zien dat de wil zich zelfs keert tegen het leven dat Christus aanbiedt. Volgens Bakker zijn verstand en wil door de zonde beschadigd en is er een ingrijpende bevrijding of vernieuwingsdaad van God nodig — een machtiger hand die losmaakt en een nieuw, geestelijk deel schenkt (vergelijk Jesaja 42:7). De tekst reflecteert klassieke, gereformeerde thema’s van totale verdorvenheid en noodzakelijke goddelijke genade.