Meditatie: Gods getuigenissen
In dit artikel:
Theodorus van der Groe, predikant te Kralingen, gebruikt in een biddagspredicatie (uit een bundel van 1862) Psalm 119 als vertrekpunt om het fundamentele belang van Gods Woord te benadrukken. Hij stelt dat Gods getuigenissen voor de gelovige niet alleen vreugde brengen maar ook raad geven; het Woord is volgens hem bron van leven en heil voor zondaars, zoals het vroeger de Joden gegeven werd en nog steeds aan mensen wordt aangeboden. Van der Groe waarschuwt dat God herhaaldelijk oproept Zijn Woord te horen en dat Hij zondaars vaak terechtwijst wegens het nalaten daarvan. Hoewel hij aangeeft dat er veel over het horen van Gods Woord te zeggen valt, beperkt hij zich in deze preek tot de kern: de volledige godsdienst — zowel innerlijk als uiterlijk — is in wezen vervat in het gehoorzaam en oplettend luisteren naar Gods Woord. In de context van 19e‑eeuwse protestantse prediking benadrukt dit betoog de centrale plaats van Schriftlezing en gehoorzaamheid als voorwaarde voor echte zaligheid.