Mbo'ers met niet-Europese achtergrond vinden minder snel werk
In dit artikel:
Mbo'ers met een niet-Europese herkomst hebben na hun afstuderen vaker moeite om binnen een jaar een baan te vinden, stelt het CBS. Van de mbo-studenten die zelf buiten Europa zijn geboren had 82% na een jaar werk; bij studenten met één of twee ouders buiten Europa lag dat aandeel op 85%. Gemiddeld was voor alle afgestudeerden uit het studiejaar 2021/2022 92% binnen een jaar aan het werk. De hoogste plaatsingskans gold voor mbo'ers van wie beide ouders in Nederland zijn geboren: 94% had na een jaar werk.
Het CBS keek ook naar de toegang tot verplichte stages en leerwerkplekken in 2024: 83% van mbo’ers met een niet-Europese achtergrond moest solliciteren voor zo’n plek, tegenover een gemiddeld aandeel van 75% onder alle mbo’ers. De cijfers wijzen op ongelijkheden bij de overgang van opleiding naar werk; mogelijke verklaringen zijn taal- en netwerkverschillen, erkenning van vaardigheden of structurele barrières op de arbeidsmarkt. Voor beleidsmakers en onderwijsinstellingen benadrukken de uitkomsten het belang van gerichte loopbaanbegeleiding, netwerkopbouw en maatregelen tegen discriminatie om de arbeidskansen van deze groepen te verbeteren.