Maximumbedrag van maaltijdcheque mag vanaf 1 januari met 2 euro stijgen: "Netto in het zakje", zegt premier De Wever
In dit artikel:
Vanaf 1 januari 2026 mag het maximale bedrag van maaltijdcheques in België met 2 euro stijgen, waardoor een cheque maximaal 10 euro waard kan zijn. Dit besluit volgt op een principesakkoord binnen de ministerraad nadat vakbonden en werkgevers begin juni geen overeenkomst bereikten over de verhoging in het koopkrachtoverleg. De maatregel maakt deel uit van het regeerakkoord waarin twee verhogingen van telkens 2 euro gepland staan, één in 2025 en één in 2026. Maaltijdcheques zijn extralegale voordelen die werknemers maandelijks in waarde zien toenemen zonder dat werkgevers sociale bijdragen hoeven te betalen, wat hen stimuleert om deze verhoging door te voeren. Tegelijkertijd zal het bedrag dat werkgevers fiscaal kunnen aftrekken met 2 euro toenemen, van 2 naar 4 euro, om een balans tussen koopkracht en concurrentiekracht te waarborgen.
Premier Bart De Wever benadrukt dat deze verhoging een belangrijke koopkrachtverbetering betekent, zeker nu de loonnorm voor 2025 en 2026 op 0 procent staat, wat loonstijgingen beperkt. Volgens hem biedt de stickervrijstelling via maaltijdcheques economische ademruimte in een periode waarin loonverhogingen wettelijk zijn begrensd. De loonnorm zorgt ervoor dat gemiddelde loonkosten niet mogen stijgen, behalve met indexaanpassingen en afgesproken barema’s, wat een beperking vormt voor extra loonsverhogingen.
Maaltijdcheques kunnen bij heel wat supermarkten, speciaalzaken en restaurants gebruikt worden voor voedingsproducten, en worden toegekend per effectief gewerkte dag, met een variërend bedrag per sector of onderneming. Niet alle werkgevers hanteren het huidige maximum van 8 euro, maar de fiscale incentives bij de verhoging moeten het aantrekkelijker maken. Hoewel de regering deze maatregel promoot, zijn werkgevers niet verplicht de verhoging toe te passen.
De beslissing komt ook na eerdere pogingen van de partij Vooruit, die een eerdere invoering probeerden te realiseren, maar timingproblemen ondervonden. Premier De Wever erkent dat de regering feitelijk geen extra budget heeft om deze verhoging te financieren, maar beschouwt het als een noodzakelijke investering om economische stagnatie te voorkomen en de koopkracht te ondersteunen zonder de wettelijke loonnorm te doorbreken.