Master basisonderwijs start zonder uitzicht op correcte verloning, maar dat schrikt deze studenten (nog) niet af
In dit artikel:
Bo (35), Jessica (37) en Maxime (35) behoren tot de tientallen cursisten die dit jaar aan een gloednieuwe masteropleiding basisonderwijs zijn begonnen, bedoeld voor leerkrachten kleuter- en lager onderwijs. Het initiatief — eerder aangekondigd in 2023 en door voormalig minister Ben Weyts vooropgezet — moet meer academische expertise in het basisonderwijs brengen. Universiteiten trekken voorlopig kleinschalig op: UHasselt telt dit jaar 12 masterstudenten en 19 in het voorbereidend schakelprogramma; UAntwerpen rapporteert 20 masters en 49 schakelcursisten; andere universiteiten publiceerden nog geen cijfers.
De drie studenten illustreren verschillende instappaden: Bo uit Lebbeke gaf elf jaar les in het eerste leerjaar en schakelde na praktijkervaring door naar de universitaire opleiding; Jessica, net klaar met haar bachelor kleuteronderwijs, koos voor verdieping aan UHasselt; Maxime werkt als professionaliseringsmedewerker bij Thomas More en volgde al universitaire onderwijswetenschappen aan UAntwerpen voordat hij naar de master overschakelde. Ze zien de opleiding vooral als een manier om klaspraktijk, onderzoek en beleid met elkaar te verbinden: niet alleen theorie consumeren, maar ook kleinschalig onderzoek uitvoeren en resultaten toepassen in de klas en op schoolniveau.
Er bestaat echter veel onduidelijkheid over de concrete invulling van de toekomstige functierol en over verloning. Vlaams minister Zuhal Demir liet weten dat er pas vanaf 2028 budget zou komen om masters in het basisonderwijs anders te verlonen, maar details ontbreken nog. Studenten vinden geld geen motivatie op zich — Jessica zegt resoluut: "Geld mag niet de drijfveer zijn" — maar sommigen vrezen dat het uitblijven van financiële erkenning op termijn talent uit het onderwijs zal wegtrekken. Bo waarschuwt dat extra expertise verloren kan gaan als mastergediplomeerden in andere sectoren beter worden betaald; Maxime, die niet voltijds in het onderwijs werkt, verwacht zelf wel volgens zijn diploma beloond te kunnen worden.
De nieuwkomers benadrukken dat de master geen vervanging is van sterke bachelorleerkrachten, maar eerder een aanvulling: een mix van bachelors en masters moet elkaars sterktes versterken. De opleiding biedt hen een breder perspectief op didactiek en onderzoeksvaardigheden, met de ambitie die kennis praktisch te laten doorwerken in de klas — zolang beleidskeuzes over functieprofiel en verloning dat niet ondermijnen.