Marcel Peereboom Voller: laat je niet flessen bij de flessenautomaat
In dit artikel:
De invoering van statiegeld op blikjes leidt in Nederland tot meer problemen dan verwacht, vooral omdat politici waarschuwingen uit de praktijk negeerden. De Tweede Kamer zag vooral de simpele rekensom — vijftien cent per blikje om zwerfvuil te verminderen — en stemde in, terwijl supermarkteigenaren en branchebedrijven waarschuwden voor logistieke en sociale gevolgen. Na de invoering blijken vuilnisbakken opengebroken, straten juist voller met zwerfvuil en lopen gemeenten en winkeliers tegen hoge kosten aan: extra schoonmaak, reparatie van automaten en ondoorzichtige verdeling van opbrengsten.
Voor consumenten speelt een andere probleemlaag zich af bij de inleverautomaten in de supermarkt. Wie met een paar lege flessen aankomt, wordt regelmatig geconfronteerd met professionele statiegeldzoekers die met tassen vol blikjes eerder zijn. Dat dwingt klanten tot een snelle kosten-batenafweging: confronteren, wachten of afstand doen van je retourpinnen. De schrijver schetst herkenbare regels om vooraf in te schatten of je iemand kunt aanspreken (lengte, houding, tatoeages), en waarschuwt voor georganiseerde inlevernetwerken die efficiënt meerdere machines tegelijk vullen.
Een persoonlijke anekdote illustreert de keuze tussen eigenbelang en mededogen: de auteur schonk zijn flessen aan een oudere vrouw met een zakje blikjes op haar rollator, won daarmee tijd en ontving dankbaarheid — een situatie waarin praktisch gemak en sociaal gedrag elkaar kruisen.
Kortom: het statiegeldbeleid heeft doel en intentie (minder zwerfafval), maar door het negeren van praktijkkennis ontstonden ongewenste neveneffecten op straatniveau, in gemeentelijke budgetten en in de dagelijkse winkelpraktijk. Betere afstemming met de branche, heldere regels voor inzameling en handhaving lijken nodig om de nadelen terug te dringen en het beoogde milieuresultaat te behalen.