Mannen moeten in de spiegel kijken
In dit artikel:
De slogan "Geef ons de nacht terug" maakt duidelijk: veel vrouwen voelen zich niet vrij in de openbare ruimte. Waar mannen vaak zonder zorgen ’s nachts kunnen lopen, wegen vrouwen continu af welke route ze nemen, wie er achter hen loopt en hoe ze overkomen. Dat verschil is geen natuurverschijnsel maar het resultaat van structureel en hardnekkig geweld.
Geweld tegen vrouwen is geen geïsoleerd fenomeen of uitsluitend een 'importprobleem'. In heel Nederland, in alle sociale lagen en wijken, plegen vooral mannen intimidatie, mishandeling en seksueel geweld. In 2024 werden 120 mensen vermoord, onder wie 44 vrouwen; meer dan de helft van die vrouwen werd door een (ex-)partner gedood. Jaarlijks geven ongeveer 1,3 miljoen volwassenen aan slachtoffer te zijn van huiselijk geweld. Ook seksueel geweld, aanrandingen en straatintimidatie volgen keer op keer hetzelfde patroon: de dader is meestal een man.
Hogere straatverlichting, camera’s en meer politie kunnen de situatie soms veiliger maken, maar raken de kern niet: het probleem zit in gedrag en houdingen. Veel mannen groeien op met normen die stoer gedrag belonen en voorzichtigheid van meisjes verwachten. Seksistische grappen op school, grensoverschrijdingen op de werkvloer die als 'grap' worden afgedaan en het bagatelliseren of bedreigen van vrouwelijke politici dragen bij aan een cultuur die geweld en intimidatie mogelijk maakt. Zolang dit wordt getolereerd, zijn technische maatregelen slechts symptoombestrijding.
Tegelijkertijd is er geen keuze tussen vrijheid en seksuele expressie: flirten en verlangen horen bij het leven, maar enkel wanneer beide partijen instemmen. Keuzevrijheid en wederzijds respect moeten leidend zijn. Het probleem is breder dan vrouwen alleen: ook kinderen, ouderen, dieren en mannen zelf zijn vaak slachtoffer van geweld achter de voordeur, en die slachtoffergroepen mogen niet worden vergeten.
De oproep om de nacht terug te geven vraagt uiteindelijk om gedragsverandering: mannen moeten verantwoordelijkheid nemen, zichzelf kritisch beoordelen en op alle niveaus—van schoolplein tot religieuze leiders en bedrijfsbesturen—werken aan opvoeding en voorbeeldgedrag. Geen gedoogbeleid voor ideeën die vrouwen als minderwaardig zien; nultolerantie voor macho-hufterigheid. Alleen zo kan het fundamentele recht op veiligheid en waardigheid, op straat, thuis en op het werk, voor iedereen worden hersteld.