Mannen in slecht zittende pakken beslissen over die twee jonge gastjes in de trein | Column Joost Oomen
In dit artikel:
In de trein ziet de verteller een jonge man van ongeveer 18–20 jaar slapen: petje half over de ogen, North Face-jas, benen wijd. Terwijl hij ligt te slapen, bedenken politici in een kamertje in Den Haag—de verteller veronderstelt het—beleid dat zijn leven kan veranderen. Een verschuiving van geld naar defensie en weg van zorg kan bijvoorbeeld betekenen dat het vrijwilligersbusje dat zijn oma naar het ziekenhuis brengt niet meer wordt vergoed. Dan zal zijn vader van hem vragen oma te rijden. Die extra zorgtaken zouden lunchpauzes en woensdagmiddagen opslokken, waardoor hij belangrijke lessen mist en het behalen van zijn diploma in gevaar komt. Zijn plan om door te leren en zo niet hetzelfde onzekere werk te doen als zijn ouders wordt zo fragiel.
Niet ver verder ligt een andere jongen te slapen, met een grote tas vol vuile was; duidelijk student en vermoedelijk beter beschermd tegen tegenslag. Hij kan vakken wisselen, heeft aanvullende verzekering, kent mensen in de zorgafdeling of kan een taxirit betalen. Waar de eerste jongen kwetsbaar is voor bezuinigingen en gezinszorg, kan de tweede de gevolgen makkelijker afwentelen.
De korte observatie gebruikt de treinrit als metafoor: beleidsbeslissingen lijken ver weg en abstract, maar leggen als ‘rails’ de levensloop van jongeren vast. Kleine, ogenschijnlijk technische keuzes over publieke uitgaven hebben directe, ongelijk verdeelde gevolgen voor opleiding, zorg en sociale mobiliteit.