Man die werd opgepakt omdat hij National Guard achtervolgde met 'Darth Vader'-soundtrack, spant rechtszaak aan

In dit artikel:

De 35-jarige Amerikaan Sam O'Hara sleept politieagenten en een militair in Washington D.C. voor de rechter nadat hij op 11 september kort werd aangehouden. O'Hara filmde en achtervolgde leden van de Nationale Garde door de stad en speelde voortdurend het themalied van Darth Vader ("The Imperial March") af als politieke satire: hij bedoelde te suggereren dat de troepen als 'stormtroopers' fungeren voor president Trump, die de inzet van de garde had bevolen.

Agenten en een door hen gealarmeerde militair pakten O'Hara op nadat ze naar eigen zeggen genoeg van zijn gedrag hadden. Hij klaagde dat de polshouders te strak zaten; na 15–20 minuten werd hij weer vrijgelaten. Nu klaagt O'Hara vier politieagenten, de militair en het district Washington D.C. aan. Zijn advocaten stellen dat zijn grondrecht op vrije meningsuiting volgens het Eerste Amendement is geschonden en eisen een financiële genoegdoening, zonder een specifiek bedrag te noemen. De aanklacht benadrukt dat overheidsfunctionarissen vreedzaam protest niet mogen belemmeren. De verdediging voert tegen dat de tijdelijke aanhouding gerechtvaardigd was omdat O'Hara de troepen lastigviel.

Achtergrond: de Nationale Garde patrouilleert sinds augustus in Washington D.C. op last van Trump, die de troepen naar meerdere grotendeels Democratische steden stuurde (onder meer Los Angeles, Portland, Chicago en Memphis) met het oog op het terugdringen van criminaliteit.