Maatschappelijke ongelijkheid funest voor hersenontwikkeling van álle kinderen, ook de rijke

In dit artikel:

Een internationaal team van onderzoekers van onder meer universiteiten in Londen, York en Harvard onderzocht MRI-scans van ruim tienduizend Amerikaanse kinderen (9–10 jaar) en koppelde die aan de mate van inkomensongelijkheid in zeventien staten. Ze vonden dat kinderen uit zowel relatief rijke als arme gezinnen in regio’s met grotere inkomensverschillen afwijkende hersenstructuren ontwikkelden: onder meer een kleiner hersenschorsoppervlak en anders gevormde verbindingen tussen hersengebieden. De veranderingen traden op in regio’s die betrokken zijn bij emotieregulatie, aandacht, geheugen en taal en gingen samen met slechtere mentale gezondheid. De onderzoekers noemen dit een doorbraak en benadrukken dat inkomensongelijkheid niet alleen economisch, maar ook een volksgezondheidsprobleem is. Ze pleiten voor beleidsmaatregelen zoals progressievere belastingen, sterkere sociale vangnetten en investeringen in lokale voorzieningen om de schadelijke effecten op jonge hersenen te verminderen.