Maatregelen tegen verontreiniging Maas zijn niet toereikend

In dit artikel:

RIWA-Maas waarschuwt dat de huidige beschermingsmaatregelen onvoldoende zijn om de Maas te vrijwaren van schadelijke stoffen. Uit het rapport blijkt dat Nederlandse drinkwaterbedrijven nog te vaak de inname van Maaswater moeten stilleggen vanwege verontreiniging. Directeur Maarten van der Ploeg wijst erop dat bij lage rivierafvoeren — die door klimaatverandering vaker en langer zullen voorkomen — de rivier extra kwetsbaar is voor illegale en onverwachte lozingen.

Het Nederlandse beschermingsmodel gaat ervan uit dat lozingen 90 procent van het jaar aan milieu-eisen voldoen; in theoretische periodes met weinig afvoer (10 procent) geldt dat niet. In droge zomers duren zulke lage-afvoerkalenderperiodes echter veel langer, waardoor lozingen een zwaardere en langdurigere impact hebben dan vergunningen voorzien.

Concreet noemt RIWA recente incidenten: in augustus leidde een propamocarb-lozing bij Luik tot zulke hoge concentraties dat Waterleiding Maatschappij Limburg de Maas-inname moest staken; in juli lag een ontwerpvergunning voor PFAS-houdend industrieel afvalwater via het riool in Weert ter inzage. De verenigde drinkwaterbedrijven eisen snel inzicht in welke stoffen bedrijven via het riool lozen, vooral omdat daarover veel onduidelijkheid bestaat. RIWA roept bevoegde gezagen op emissies te voorkomen; zonder die inzet is de Maas niet effectief te beschermen als drinkwaterbron voor circa 7 miljoen mensen.