Loonstijging zwakt af, toch meer koopkracht voor werkenden
In dit artikel:
In juni zijn de lonen in nieuwe cao-akkoorden met gemiddeld 3,9 procent gestegen, iets minder dan de 4,2 procent in mei, maar nog altijd hoger dan de verwachte inflatie van ongeveer 3,2 procent in 2024. Dit betekent dat Nederlandse huishoudens er gemiddeld financieel op vooruitgaan. De werkgeversorganisatie AWVN, die betrokken is bij de meeste van de circa 800 Nederlandse cao’s, meldt dat er in juni 25 nieuwe cao’s zijn afgesloten voor 270.000 werknemers.
Hoewel de lonen stijgen, verloopt het cao-overleg dit jaar moeizaam vanwege economische onzekerheden zoals hoge energieprijzen en invoertarieven in de VS, die sommige bedrijven onder druk zetten. De vakbond FNV blijft vasthouden aan een looneis van 7 procent, verwijzend naar de hogere bedrijfswinsten en oplopende kosten van levensonderhoud.
Het Centraal Planbureau voorziet voor 2025 en 2026 verdere koopkrachtverbetering, met loonstijgingen in het bedrijfsleven van rond de 4,1 tot 4,2 procent, terwijl de inflatie naar verwachting daalt naar circa 2,6 procent. Voor dit jaar lopen nog 207 cao’s open die 720.000 werknemers betreffen, terwijl in totaal 2,9 miljoen werknemers hun cao zien aflopen. Sectoren als horeca, zorg en bouw noteerden de hoogste loonsverhogingen in het afgelopen jaar, met respectievelijk 6,5, 4,9 en 4,5 procent, terwijl de papierindustrie en metaal onderaan de schaal staan met verhogingen van circa 3,2 en 3,6 procent.