LONGREAD! Waarom Nederland geestelijk zieker is dan ooit - en ook meer dan andere landen. En wat dat kost
In dit artikel:
Een recent rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en onderzoek van journalist Calvin Schukkink (Wynia’s Week) schetsen hetzelfde beeld: ongeveer een kwart van de Nederlandse bevolking kampt inmiddels met een psychische aandoening. Die toename is al zichtbaar vóór de coronapandemie en is hoger dan in veel andere landen. Het artikel beschrijft welke diagnoses vooral opvallen, mogelijke oorzaken en de enorme maatschappelijke kosten.
Wat en wie: typen klachten en trends
- Prevalentie: volgens Trimbos had 17% van de 18–64‑jarigen in 2007–2009 minstens één DSM-IV‑stoornis; in 2019–2022 was dat ongeveer 26%. Kort vóór corona (maart 2020) lag het percentage rond 27% en bleef daarna grotendeels stabiel.
- Specifieke problemen die in Nederland opvallend vaak voorkomen zijn burn-out, bore‑out, diverse angststoornissen, ADHD bij volwassenen en een hogere diagnosefrequentie van autisme en andere vormen van neurodiversiteit. Burn-out en bore‑out lijken in praktijk bijzonder “Nederlandse” verschijnselen; burn‑out is buiten Nederland grotendeels niet als zelfstandige medische diagnose in gebruik.
- ADHD‑medicatiegebruik steeg van circa 78.000 gebruikers in 2006 naar ongeveer 300.000 in 2023, vooral onder 25–35‑jarigen. Autisme wordt in Nederland bij ongeveer 1–1,5% van de bevolking vastgesteld.
- Demografisch vallen meer vrouwen, jongvolwassenen en autochtone Nederlanders op in de cijfers.
Waarom deze stijging? Meervoudige verklaringen
- Sociaal‑culturele factoren: prestatie‑ en maakbaarheidsdenken, individualisering, 24/7‑cultuur, toegenomen digitale prikkels en onzekerheid over werk en wonen (tekort aan betaalbare woningen) worden vaak genoemd als bronnen van hogere stressniveaus.
- Diagnostiek en bewustwording: betere kennis, meer aandacht en minder stigma leiden tot grotere herkenning en registratie van aandoeningen, bijvoorbeeld ADHD en angststoornissen.
- Systeemprellen en prikkels: het artikel benadrukt vooral het concept ‘ziektewinst’ — onbewuste of bewuste voordelen verbonden aan een diagnose. In Nederland bestaan sterke financiële en institutionele prikkels die het aangeven of diagnosticeren van psychische problemen vergemakkelijken:
- Ruimhartige sociale zekerheid: arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (WIA) en lange loondoorbetalingsregels maken het relatief aantrekkelijker én gemakkelijker om aanspraak te maken op uitkeringen bij psychische klachten dan in veel buurlanden.
- Onderwijsfinanciering: scholen kunnen extra middelen krijgen voor kinderen met een ‘rugzakje’ onder Passend Onderwijs, maar praktische toegang tot die middelen verloopt vaak via een formele diagnose, wat diagnose‑prikkels creëert.
- Laagdrempelige huisartsenzorg: gratis en makkelijk toegankelijke huisartsconsulten leiden tot snellere verwijzing naar GGZ; Nederlandse huisartsen hanteren bovendien vaak een holistische (lichamelijk én psychisch) benadering.
- Groot aanbod van hulpverleners: Nederland heeft verhoudingsgewijs zeer veel psychologen, psychiaters en commerciële ‘mental coaches’ — een hoge aanbodzijde kan vraag creëren en behandeling van lichte klachten rendabel maken.
Zorg en economische kosten
- Directe zorguitgaven: in 2019 bedroegen de uitgaven voor psychische stoornissen (exclusief dementie/ verstandelijke beperkingen) circa 8,4 miljard euro; inclusief bijkomende categorieën en burn‑out‑gerelateerde uitgaven komt het op ongeveer 8,6 miljard (ongeveer 475 euro per inwoner op basis van 2019). Met stijgende totale zorguitgaven tussen 2019 en 2023 ligt het reële bedrag per hoofd van de bevolking nu waarschijnlijk boven de 500 euro.
- Ziekteverzuim en loondoorbetaling: in 2023 waren de totale kosten van loondoorbetaling bij werkgerelateerd verzuim circa 8,3 miljard euro; meer dan de helft (4,9 miljard) betrof psychosociale arbeidsbelasting (werkstress, burn‑out e.d.).
- WIA en uitkeringen: eind 2020 ontvingen bijna 760.000 mensen een WIA‑uitkering; 346.000 daarvan wegens psychische aandoeningen. Ruwe berekeningen komen op ~4,9 miljard euro aan jaarlijkse uitkeringskosten voor die groep.
- Indirecte kosten: productiviteitsverlies, verloren arbeidsjaren, kosten voor werving/opleiding van vervangers en informele zorg zijn moeilijk exact te kwantificeren maar zwaar wegen. Een oudere OECD‑schatting plaatste maatschappelijke kosten van psychische aandoeningen in Nederland op circa 3,3% van het bbp (destijds ongeveer 35 miljard euro).
Beoordeling en beleidsimplicaties
Het artikel signaleert een dubbel beeld: enerzijds reële toename van psychische klachten door maatschappelijke ontwikkelingen en betere herkenning; anderzijds institutionele en marktprikkels die diagnoses, zorggebruik en uitkeringsafhankelijkheid kunnen aanjagen. Die combinatie maakt Nederland wereldwijd opvallend “psychisch in zwang”. De maatschappelijke last is groot en stijgend, terwijl er volgens de auteur weinig zicht is op een snelle verbetering.
Aanvullende context
Internationale classificaties (DSM, ICD) hebben in de loop van decennia begrippen verschoven; sommige diagnoses verdwenen of werden heringedeeld, en nieuwe vormen van diagnostiek en beleidsprikkels spelen mee. Beleidskeuzes rond sociale zekerheid, onderwijsfinanciering en GGZ‑organisatie beïnvloeden zowel hoe vaak problemen worden herkend als welke maatregelen daarop volgen.
Het artikel kondigt verder onderzoek aan naar wat deze ‘Hollandse ziektes’ precies zeggen over de samenleving en welke richting veranderingen zouden moeten krijgen.