Liverpool betaalt 15 miljoen aan familie Jota - verzekeraars laten clubs vallen
In dit artikel:
Liverpool toont uitzonderlijke menselijkheid door het volledige salaris van de onlangs overleden voetballer Diogo Jota, dat neerkomt op ongeveer 15 miljoen euro over twee jaar, aan zijn nabestaanden uit te betalen. Hiermee worden zijn vrouw en drie kinderen financieel ontzien, een uitzondering in het profvoetbal waar dergelijke steun vaak ontbreekt. Volgens verzekeringsadviseur Joseph Wannet is Liverpool hiertoe niet verplicht, maar handelt de club ruimhartig. Dit gebaar contrasteert met de koude werkelijkheid van verzekeringen in het voetbal, waar zogenaamde ‘accidental death’-verzekeringen veel risico’s, zoals hartfalen en medische oorzaken, niet dekken. Clubs betalen vaak hoge premies zonder dat deze verzekeringen bij tragedieën daadwerkelijk ondersteunen.
Wannet, die diverse Europese clubs verzekert, benadrukt dat het profvoetbal spelers als investeringen ziet, maar slecht is voorbereid op het moment dat zo’n investering plotseling verloren gaat. De families van overleden spelers zijn daardoor doorgaans afhankelijk van de goodwill van clubs, ondanks de miljardenomzet van de industrie. Het weigeren van adequate dekking door verzekeraars komt voort uit het streven naar winstbesparing, waardoor spelers en clubs bij een onverwachte dood vaak met lege handen staan.
Liverpool’s voorbeeld zou volgens het artikel de norm moeten zijn en dient als een harde waarschuwing aan de voetbalwereld om spelers niet alleen als handelswaar te behandelen, maar ook als mensen die serieuze bescherming verdienen. Het systeem moet veranderen zodat het garandeert dat families van voetballers bij het ergste scenario niet financieel in de steek worden gelaten.