Linkse ambtenaren en een malafide planbureau blokkeren kernenergie. Hoe lang nog?

zaterdag, 27 september 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Het voorstel: in elke Nederlandse provincie binnen korte tijd een Small Modular Reactor (SMR) laten plaatsen — besteld bij Rolls‑Royce (VK) — op een terrein van circa twee voetbalvelden. Volgens voorstanders zijn zulke kleine kernreactoren in ongeveer twee jaar bouwklaar, leveren ze zo’n zestig jaar stabiele, CO2‑vrije stroom en kunnen twaalf SMR’s samen de elektriciteitsvraag van circa vijf miljoen mensen dekken. Dat zou nieuwbouw en bedrijven weer makkelijker op het net aansluiten en, naar een eerste schatting, minstens €8 miljard besparen op netverzwaringen omdat SMR’s constante stoom leveren in tegenstelling tot variabele windenergie. Verder worden SMR’s in kosten per kW aantrekkelijker geacht dan offshore wind, en ze belasten natuur en fauna minder.

Wie en waarom tegenhouden: milieorganisaties zoals Greenpeace en Milieudefensie, activisten als Frans en Johan Vollenbroek, en volgens de columnist linkse ambtenaren en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) hebben het dossier volgens hem effectief vertraagd of geblokkeerd. Minister Sophie Hermans (VVD) en meerdere coalitiepartijen stonden in hun verkiezingsprogramma’s positief tegenover meer kernenergie en zelfs SMR’s, maar politieke wil botst met ambtelijke terughoudendheid en juridische dreigingen van milieuclubs. Greenpeace en Milieudefensie lieten een adviesbureau (Kalavasta) onderzoeken wat haalbaar is en signaleerden dat nieuwe kerncentrales — groot of klein — niet vóór 2030 operationeel kunnen zijn; dat rapport en dreigende procedures zouden de besluitvorming remmen.

Tijdpad en procedures: ambtelijk advies in september 2024 bepleitte vooral simulaties en stakeholderoefeningen; een nationale visie wordt pas voor 2026 voorzien. Concrete keuzes over locaties, kosten en verantwoordelijkheden ontbreken nog. Het PBL waarschuwt mede op basis van lange vergunningstrajecten dat SMR’s ook tot 2040 weinig verschil zullen maken — een inschatting die de columnist als bureaucratisch en politiek gemotiveerd bestempelt.

Technologie en internationale context: SMR‑concepten bestaan decennia (o.a. in onderzeeboten). TNO (2018) noemde SMR’s bruikbaar voor CO2‑vrije energie, al was de kostprijs toen hoger dan wind als je netkosten buiten beschouwing liet. Recente analyses (o.a. IEA, geciteerd in een nieuw boek) plaatsen SMR‑kosten iets onder die van offshore wind; landen als Zuid‑Korea, Canada, Polen en Zweden werken al actief met SMR‑ontwikkelingen. Bouwtijd rond twee jaar en commerciële aanbieders (Rolls‑Royce, NuScale, Zuid‑Koreaanse partijen) zijn zichtbaar actief.

Kernboodschap van de auteur: volgens de columnist faalt de Nederlandse overheid op drie punten: ondoorzichtige kosten-batenafweging, gebrek aan leren van buitenlandse voorbeelden, en onvoldoende engagement met tegenargumenten — wat samen leidt tot vertragende ambtelijke processen en gemiste kansen voor SMR‑inzet.