Liever koopman dan dominee: Nederland levert militair materieel aan dubieuze regimes

vrijdag, 11 juli 2025 (06:08) - Follow the Money

In dit artikel:

Nederland verleende de afgelopen tien jaar vergunningen voor militaire exporten ter waarde van honderden miljoenen euro’s naar landen met een hoog risico op conflicten en mensenrechtenschendingen, waaronder Egypte, zo blijkt uit onderzoek van The Investigative Desk en Follow the Money. Ondanks ernstige zorgen over mensenrechtenschendingen, zoals het doden van Palestijnse vissers door de Egyptische marine en de rol van Egypte in de oorlog en zeeblokkade van Jemen, gingen Nederlandse ministers door met het goedkeuren van wapentransfers, waarbij commerciële en strategische belangen vaak zwaarder wogen dan mensenrechtenrisico’s.

In april 2023 kwam het ministerie van Buitenlandse Zaken met een intern advies om een vergunning voor de levering van tien radar- en communicatiesystemen aan de Egyptische marine te blokkeren vanwege het risico dat deze middelen bij nieuwe schendingen ingezet zouden worden. Toch keurde toenmalig minister voor Buitenlandse Handel Liesje Schreinemacher (VVD) de export goed, mede vanwege het belang van defensiesamenwerking binnen Europa en de verwachte vervolgorders ter waarde van 72,5 miljoen euro. Dit terwijl experts zoals León Castellanos-Jankiewicz het standpunt van Schreinemacher bekritiseerden, omdat internationaal recht vereist dat het risico vooraf wordt beoordeeld, zonder dat er eerst definitief bewijs van misbruik nodig is.

Nederland exporteert ook aan andere landen met slechte mensenrechtensituaties, waaronder de Verenigde Arabische Emiraten, Indonesië, Singapore, Brazilië en Qatar. Met name marinesystemen vormen een groot deel van de export; veel van deze technologieën, zoals radars, worden geproduceerd door Nederlandse bedrijven als Thales Nederland en schepen gebouwd door Damen. Een veelgebruikt argument van ministers was dat deze schepen niet direct waren betrokken bij bekende mensenrechtenschendingen, maar casussen zoals de inzet van Egyptische marineschepen bij bombardementen en de zeeblokkade van Jemen tonen aan dat dat argument vaak niet standhoudt.

Tijdens de Jemenoorlog, waarin Egypte deel uitmaakte van een coalitie die humanitaire hulp blokkeerde en burgerdoelen bombardeerde, werd ondanks duidelijke verdenkingen de export naar Egypte en de Emiraten voortgezet. In 2018 leverde Thales Nederland voor 9,5 miljoen euro nieuwe radars aan een opgeknapt Egyptisch fregat, terwijl toenmalig ministers Kaag en Blok verklaarden dat het “onwaarschijnlijk” was dat deze voor mensenrechtenschendingen zouden worden gebruikt. Ook in 2020 gaf Kaag opnieuw toestemming voor grote leveringen, ondanks lopende conflict- en rechtszaken die bezwaar maakten tegen deze handel. Een Nederlands gerechtshof oordeelde destijds dat het aan de minister is om de risicoanalyse te maken en niet aan de rechter.

Tegelijkertijd is er in Nederland en Europa een groeiende discussie en rechtspraak over de toetsing van wapenexporten aan mensenrechten. Een recente zaak leidde ertoe dat het gerechtshof in Den Haag een verbod uitvaardigde op de levering van onderdelen voor F-35-jachtvliegtuigen aan Israël vanwege zorgen over schendingen. De Hoge Raad buigt zich binnenkort over dit verbod, wat kan leiden tot meer zware rechterlijke controle op wapenexportbeleid.

Ondanks regionale instabiliteit en erkenning van de betrokkenheid van Egypte bij de Jemenoorlog, bleef Nederland militaire exporten toestaan. In totaal ging tussen 2015 en 2022 voor 172 miljoen euro aan radar- en communicatiesystemen naar Egypte en de Emiraten. Pas in 2017 werden uitvoerbeperkingen opgelegd, maar die werden in 2023 weer versoepeld. Minister Schreinemacher stelde dat strengere nationale regels de Europese defensiesamenwerking belemmeren, met name het geplande toetreden van Nederland tot het Aken-verdrag. Dit verdrag maakt het mogelijk dat militaire onderdelen zonder extra vergunningen tussen Duitsland, Frankrijk, Spanje en Nederland worden verhandeld. Critici vrezen hierdoor versoepeling van exportcontroles en het ontwijken van Nederlands strenger beleid.

Het onderzoek toont een spanningsveld tussen handels- en veiligheidsbelangen enerzijds en het voorkomen van mensenrechtenschendingen anderzijds. Nederlandse diplomaten en politici worstelen met het naleven van Europese en internationale regels die Nederland verplichten wapens niet te leveren als er een reëel risico is op misbruik. Tegelijkertijd speelt politieke en economische druk een grote rol, wat leidt tot vergunningverlening ondanks stevige waarschuwingen van ambtenaren en mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch. De maatschappelijke roep om meer transparantie en juridische toetsing groeit, mede dankzij onderzoeken en rechtszaken die dit complexe en gevoelige onderwerp blijven belichten.