Lieke Klaver komt tekort voor finale 400 meter, bijrol voor Denzel Comenentia bij kogelslingeren
In dit artikel:
Het is een taaie dag voor de Nederlandse ploeg op dag vier van de WK atletiek in Tokio, met meerdere uitvallers en teleurstellende uitslagen, maar ook enkele lichtpunten.
Denzel Comenentia werd twaalfde en laatste in de finale van het kogelslingeren: na twee foutworpen bleef een derde poging van 74,86 m over, waarmee hij halverwege de finale op plaats twaalf stond en niet doorging naar de beslissende rondes. Comenentia had zich als twaalfde geplaatst voor de eindstrijd.
Lieke Klaver strandde in de halve finales van de 400 meter. Haar 50,25 was onvoldoende om als tijdsnelste door te stromen; ze noteerde de elfde tijd van alle halvefinalisten. Ze blijft wel inzetbaar voor de estafetteploeg. De Amerikaanse Sydney McLaughlin-Levrone was in de semis verreweg de sterkste en liep 48,29 — de zevende tijd ooit op de 400 m horden.
Op de hordennummers kreeg Nederland tegenslag: Job Geerds, die zich keurig had geplaatst voor de halve finales van de 110 m horden (13,51 in de series), trok zich vlak voor zijn race terug vanwege klachten aan een oude blessure om verslechtering te voorkomen. Maayke Bisschops liet de 200 m-series aan zich voorbijgaan na een lichte hamstringblessure tijdens het trainingskamp in Chiba; de Atletiekunie gaf aan dat dit ook haar kansen voor de 4x100 estafette moet beschermen.
Op de middenafstand kon Samuel Chapple niet doorstoten: hij werd vierde in zijn heat (1.45,45) en miste zowel plaatsing op positie als op tijd. Chapple, Europees indoorkampioen op de 800 m, betreurde vooral het tactische verloop van zijn race. Ryan Clarke moest na een struikelmoment in zijn 800 m-heat terugvallen en eindigde als negende (1.49,08).
Niels Laros was een positieve noot: de 20-jarige Oosterhouter won overtuigend zijn halve finale van de 1500 m in 3:35,50 en geldt als topkandidaat voor medailles in de finale. Stefan Nillessen miste nipt de finale (9e in zijn race).
In het polsstokhoogspringen stal Armand Duplantis de show door het wereldrecord verder te verbeteren tot 6,30 m — alweer een centimeter hoger dan zijn vorige markering — terwijl de Nederlander Menno Vloon na twee mispogingen op 6,00 m uiteindelijk als zevende eindigde. Duplantis’ recordpoging bevestigt zijn dominantie; zilver ging naar Emmanouil Karalis, brons naar Kurtis Marschall.
Nadine Visser bereikte de finale van de 100 m horden (12,45 in de halve finale) maar eindigde in de eindstrijd als achtste; de Zwitserse Mujinga Kambundji pakte goud.
Kort overzicht van het resterende programma dat dagdeel: mannenhoogspringen (finale), kogelslingeren (finale) en de 110 m horden (finale). Rik Spekenbrink verslaat het toernooi vanuit Tokio.