Libanon worstelt met de ontwapening van Hezbollah
In dit artikel:
Meer dan een jaar na de Israëlische inval in Zuid-Libanon en de daaropvolgende zware bombardementen groeit de internationale druk op Beiroet om Hezbollah te ontwapenen. De Verenigde Staten en Israël dreigen de afgelopen weken steeds explicieter met het risico op een nieuwe oorlog als Libanon niet snel de wapens van de door Iran gesteunde partij inlevert. De Amerikaanse gezant Tom Barrack waarschuwde zelfs voor mogelijke eenzijdige Israëlische stappen en ernstige consequenties.
Hoewel in november een wapenstilstand werd afgesproken, zijn Israëlische luchtaanvallen op Libanon sindsdien niet volledig opgehouden; ook recent vonden nieuwe bombardementen plaats. Israël rechtvaardigt die aanvallen als noodzakelijk om te voorkomen dat Hezbollah zich hergroepeert. Libanese cijfers en VN-gegevens wijzen echter op zware tol: meer dan vierhonderd doden sinds het begin van de campagne, waarvan minstens 108 burgers volgens de VN; Israëlische troepen bezetten bovendien nog bufferzones in het zuiden.
De Libanese regering staat voor een pijnlijke keuze: confronteren met Hezbollah of de confrontatie met Israël aangaan, zo verklaren analisten. Om de spanningen te temperen heeft het Libanese leger wel begonnen met het vernietigen van bepaalde raketten — vooral in het gebied ten zuiden van de Litani — maar van een landelijk ontwapeningsproces is geen sprake. Die voorzichtige aanpak lijkt bedoeld om directe provocatie en mogelijk geweld te vermijden. Tegelijk blijft de herinnering aan de bloedige burgeroorlog (1975–1990) een rem op harde maatregelen, en Hezbollah waarschuwt dat een gedwongen ontwapening het risico van sectarisch geweld vergroot.
Een belangrijke factor achter de druk op Beiroet is geld: de VS en Golfstaten koppelen hulp en steun aan concrete stappen richting ontwapening. Dat weegt extra zwaar omdat Libanon al een langdurige economische crisis doormaakt en bovendien de kosten van wederopbouw moet dragen na de verwoestingen door de Israëlische aanvallen. Critici, waaronder de Beiroetse politicoloog Karim Makdisi, stellen dat het doel van Westerse bondgenoten niet is een onafhankelijk verdedigingsleger voor Libanon te scheppen, maar een veiligheidsmacht gefocust op interne orde en grensbewaking — niet op weerstand tegen Israël. Moslimmilitie Hezbollah gebruikt die afhankelijkheid en de aanhoudende Israëlische schendingen van de wapenstilstand als argument om ontwapening te weigeren totdat Israël zich volledig terugtrekt en stopt met bombarderen.
Binnen Libanon zijn de meningen verdeeld: tegenstanders van Hezbollah zien in ontwapening een kans om de staat te versterken, maar veel burgers vinden dat de lasten en verplichtingen vooral bij Libanon zelf terechtkomen. Een breed gedeelde vrees is dat de Verenigde Staten Israël straks niet voldoende onder druk zetten om ook diens verplichtingen na te komen, zoals terugtrekking en beëindiging van lucht- en grondoperaties — factoren die cruciaal zijn om duurzame soevereiniteit en stabiliteit in Libanon te herstellen.