Libanon en Israël praten voor het eerst in decennia met elkaar, maar normalisering blijft ver weg
In dit artikel:
Deze week voerden Israël en Libanon voor het eerst in ruim veertig jaar directe gesprekken op civiel niveau, een uitzonderlijke stap binnen het door de VS bemiddelde staakt‑het‑vuren dat een jaar geleden een recent conflict tussen Israël en Hezbollah beëindigde. Aan de tafel zaten naast militaire delegaties ook twee burgerlijke vertegenwoordigers: de Libanese advocaat en ex‑ambassadeur Simon Karam en Uri Resnick, adjunct‑directeur Buitenlands Beleid van de Israëlische Nationale Veiligheidsraad. De Verenigde Staten, Frankrijk en UNIFIL namen eveneens deel aan de besprekingen.
Hoewel deze ontmoeting internationaal als symbolisch belangrijk wordt ervaren — Israël kondigde aan een speciale gezant te sturen om mogelijk toe te werken naar diplomatieke en economische banden — benadrukte Libanese premier Nawaf Salam dat Libanon ver verwijderd is van normalisering. Salam herhaalde dat Libanon vasthoudt aan het Arabische vredesplan van 2002, dat normalisering verbindt aan de oprichting van een Palestijnse staat, een voorwaarde waar de huidige Israëlische regering niet mee instemt.
De gesprekken hebben vooral tot doel de fragile wapenstilstand langs de grens beter te beheren. Sinds het bestand van november 2024 voert Israël vrijwel dagelijks aanvallen uit om volgens eigen zeggen te voorkomen dat Hezbollah opnieuw militariseert; Hezbollah zegt sinds het bestand maar één aanval te hebben uitgevoerd. Libanon is intern verdeeld over Hezbollahs bewapening. In augustus kondigde de regering een vijfdelig plan aan om wapens onder staatsgezag te brengen; fase 1 — het Libanese leger krijgt exclusief wapengebruik ten zuiden van de Litani — zou tegen eind dit jaar haalbaar zijn, met uitzondering van enkele door Israël bezette punten. Latere fases hebben voorlopig geen tijdschema en een eerder genoemde deadline is al losgelaten.
Het staakt‑het‑vuren laat onduidelijkheid over wat onder legitieme zelfverdediging valt, waardoor Israël in de praktijk veel handhaving voor haar rekening neemt. Salam dringt erop aan dat Israël zijn verplichtingen nakomt, waaronder terugtrekking uit bezette Libanese gebieden en vrijlating van vastgezette Libanezen. Volgens Libanese bronnen zijn sinds het begin van het bestand meer dan 300 mensen gedood door Israëlische bombardementen, waaronder zeker 127 burgers volgens de VN; Israël zegt alleen militaire doelen te treffen.
Kort gezegd opent de civiele deelname aan de gesprekken nieuwe overleglijnen, maar wezenlijke doorbraken blijven uit. De structuren voor dialoog zijn uitgebreid, maar het bestand is broos en wederzijds wantrouwen, plus onenigheid over Hezbollahs ontwapening, houden een duurzame normalisering voorlopig buiten bereik.