Lhbti+-acceptatie was hoog onder jongeren. Nu wordt mijn queer kind uitgescholden op school
In dit artikel:
Paarse Vrijdag, ooit gestart in 2010 door scholieren in Leeuwarden met steun van het COC, is bedoeld als zichtbare steunactie voor lhbti+-leerlingen: op de tweede vrijdag van december dragen duizenden scholieren en docenten paars of hijsen regenboogvlaggen om te laten zien dat diversiteit van gender en seksualiteit vanzelfsprekend hoort te zijn. Maar op veel scholen stuit de dag steeds vaker op openlijke weerstand: kapotgescheurde posters, verbrande vlaggen, gescheld in de gangen en fysieke intimidatie. Dat blijkt zowel uit persoonlijke ervaringen als uit grotere inventarisaties en onderzoek.
Iris Pronk beschrijft de situatie op de school van haar queer kind in een grote stad: jarenlang wordt er nageroepen en uitgescholden, van ‘ieuw’ tot ernstige homofobe scheldwoorden. Het kind en andere GSA-leden (Gender and Sexuality Alliance — leerlingenverenigingen voor lhbti+ en bondgenoten) meldden klachten bij docenten, maar die reageerden weinig of lieten het afweten. Waar vroeger een GSA-standje in de aula stond, is het nu verhuisd naar een stille leerlingruimte — deels op eigen verzoek omdat actieve pesterijen en betweters de zichtbaarheid onmogelijk maakten. De school investeerde liever in sfeerplanten dan in het aanpakken van structureel pestgedrag, aldus Pronk.
De toegenomen vijandigheid is niet louter schoolspecifiek maar sluit aan op bredere maatschappelijke trends. Uit de GGD-jeugdmonitor blijkt dat de acceptatie van homoseksualiteit onder Amsterdamse jongeren van 12–16 jaar daalde van 63% in 2021 naar 43% in 2024. Bovendien is online anti-transhaat volgens deskundigen sterk toegenomen. Een NOS-enquête onder scholen en 1.600 leerlingen rapporteerde vergelijkbare incidenten: posters kapot, vlaggen verbrand, leerlingen die Paarse Vrijdag liever overslaan uit angst.
Tegelijk bestaan er succesvolle voorbeelden van een inclusieve aanpak. Op het Cambium College (bij Zaltbommel) was het GSA-werk wél zichtbaar en gewoon: regenboogvlaggen worden meerdere keren per jaar gehesen, er is lesmateriaal en voortdurende aandacht voor diversiteit en GSA krijgt steun van betrokken docenten en de schoolleiding. Leerlingen daar geven aan dat incidenten voorkomen, dat ze steun ervaren en dat Paarse Vrijdag onderdeel is van een bredere, doorlopende cultuur in de school.
Docenten en voorlichters die met GSA’s werken, herkennen de complexiteit. Marianne (een bevlogen docent en queer persoon) merkt dat weerstand uit allerlei hoeken komt: religieuze opvattingen, conservatieve regio’s, de online manosphere en stilzwijgende medeplichtigheid van leerlingen die niet ingrijpen. Zij pleit ervoor diversiteit te normaliseren via geïntegreerde lessen in verschillende vakken in plaats van alles op één zichtbare dag te concentreren — en vooral voor training van docenten in groepsdynamiek en het omgaan met discriminerende opmerkingen. Jeroen Horvers van het COC benadrukt dat Paarse Vrijdag nog steeds waarde heeft als veilige haven en als aanleiding tot gesprek, maar dat scholen meer steun en didactisch materiaal nodig hebben: het COC biedt sinds kort gratis pakketten met educatief materiaal en zette dit jaar het thema ‘Bondgenoten’ neer om solidariteit te benadrukken.
Belangrijke lessen en aanbevelingen uit het artikel:
- Paarse Vrijdag alleen is onvoldoende; zichtbaarheid moet gepaard gaan met structurele veiligheidsmaatregelen en volwassen begeleiding. Schoolleiding en leraren hebben de verantwoordelijkheid om een veilige leeromgeving te garanderen.
- Integratie van gender- en seksuele diversiteit in het gewone curriculum kan normaliseren en weerstand verminderen. Dit vereist inzet van verschillende vakken en een langjarig beleid.
- Docenten behoeven training in groepsprocesmanagement en het aanspreken van discriminerend gedrag — vaardigheden die niet standaard in lerarenopleidingen zitten.
- Symbolische acties moeten niet verworden tot performatief 'paars dragen' zonder dat leerlingen weten waar ze terechtkunnen; conversatie over wie veilig is en welke volwassenen steun bieden, is cruciaal.
- Het vieren van Paarse Vrijdag hoeft niet ten koste te gaan van aandacht voor andere minderheden — scholen kunnen meerdere herdenkingen en thema’s combineren, zonder dat er een ‘wedloop om aandacht’ ontstaat.
Voor ouders en leerlingen betekent dit verhaal enerzijds een waarschuwing: zichtbaarheid kan risico’s met zich meebrengen als schoolbeleid, toezicht en volwassen steun ontbreken. Anderzijds laat het ook zien dat verandering mogelijk is — met voorbeelden van scholen waar GSA en schoolleiding samenwerken, waar vlaggen en lessen samen bijdragen aan een meer normale, veilige plek voor queer leerlingen. In het slot van het verhaal is er voorzichtig optimisme: op de school van Pronk is een nieuwe GSA-begeleider gevonden, wat hopelijk een begin van herstel kan zijn.
Paarse Vrijdag afschaffen is volgens betrokkenen geen oplossing: het zou capitulatie betekenen voor afwijzing en terugkeer in de schaduw. De echte uitdaging is het versterken van leiderschap, training en curriculum, zodat solidariteit niet slechts één dag zichtbaar is maar onderdeel van de schoolcultuur en leerlingen daadwerkelijk beschermd en gehoord worden.