Lezersbrieven: asiel en islam, Joodse staat, trapkerkje de Muurhuizen
In dit artikel:
Lezers reageren in de rubriek Opgemerkt op actuele thema’s en eerder verschenen artikelen. Drie ingezonden brieven belichten uiteenlopende zorgen: asielbeleid, de plaats van Israël in de bijbelse verwachting en persoonlijke herinneringen aan een oud-gereformeerd kerkje.
Anja de With uit Driebergen uit ongerustheid over asielzoekers en de manier waarop beslissingen worden genomen. Ze vraagt zich af hoe goed COA-medewerkers (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) de individuele asielverhalen beoordelen en of hun oordeel mogelijk eenzijdig is. Verder wil ze weten hoeveel christenen betrokken zijn bij toelatingsbeslissingen. De With signaleert dat sommige vluchtelingen onzeker of getraumatiseerd zijn, en dat anderen mogelijk een ingeoefend verhaal hebben. Een ontmoeting in een azc — waarin een vrouw aan een christelijke mede-bewoonster vroeg of zij ook voor de ummah was gekomen — wekte bij haar extra argwaan. Ze legt uit dat ummah verwijst naar de wereldwijde verbondenheid van moslims en ziet een mogelijke relatie tussen islamitische nieuwkomers, pro-Palestina-demonstraties en vernielingen. Volgens haar draagt dit bij aan groeiende publieke afkeer van asielzoekers.
M. de With uit Hagestein gaat in op theologische discussie rond Israël en reageert op het recente boek van prof. dr. Hans van Oort. De schrijver verzet zich tegen het idee dat het Nieuwe Testament het enige of belangrijkste basisdocument voor christenen zou zijn; voor hem blijft het Oude Testament fundamenteel en vormen beide testamenten samen Gods plan met Israël. Hij haalt verschillende Bijbelgedeelten aan om te benadrukken dat Gods beloften aan Israël in de toekomst vervuld zullen worden en verwerpt de stelling dat er geen tempel of aardse toekomst voor Israël zou komen. De brief sluit af met een oproep om te bidden voor de vrede van Jeruzalem.
A.J. Fierloos uit Goes deelt persoonlijke herinneringen aan het trapkerkje De Muurhuizen en aan het echtpaar S.J. van der Lee, dat hij ‘oom Steef en tante Tonia’ noemde. Hij schetst hun godsvruchtige leven — avondgebed, de wandeling naar het kerkje, Steefs ouderlingstaken — en vertelt over Steefs plotselinge dood tijdens een kerkdienst op 13 januari 1983, het briefje dat hij die middag schreef en zijn begrafenis enkele dagen later. Fierloos sluit met de gedachte dat de herinnering aan rechtvaardigen tot zegen is.
Reacties (max. 250 woorden) kunnen naar opinie@refdag.nl worden gestuurd; op ingezonden brieven wordt niet gereageerd.