Laten de zorgverzekeraars eens stoppen met het vergoeden van kwakzalverij, dat is beter en goedkoper voor iedereen

zaterdag, 11 oktober 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Het bezoek aan een chiropractor of andere alternatieve behandelaar neemt in Nederland sterk toe, terwijl betrouwbare cijfers ontbreken. Naar schatting zijn er meer dan 300 chiropractors actief die samen ongeveer één miljoen behandelingen per jaar uitvoeren; het aantal chiropractors groeide de afgelopen vijf jaar met ongeveer 45 procent. Vergelijkingen met de Verenigde Staten laten zien dat dergelijke zorgvormen populair zijn: daar bezoekt circa 11 procent van de volwassenen jaarlijks een chiropractor.

Chiropraxie en andere alternatieve behandelingen zijn niet zonder risico. Volgens het artikel loopt naar eigen zeggen de helft van de door chiropractors behandelde mensen lichamelijke schade op. Specifiek kan het manipuleren of “kraken” van de nek leiden tot compressie van de halsslagader, met een herseninfarct, beroerte en in zeldzame gevallen de dood tot gevolg. Ondanks die risico’s blijven alternatieve genezers favoriet: Nederlanders geven jaarlijks ongeveer een half miljard euro uit aan dergelijke zorg en in totaal zijn er ruim 20.000 beoefenaars, met name veel meer yogadocenten in recentere jaren.

Gebruik en tevredenheid zijn opvallend. In 2018 meldde 11 procent van de volwassenen in dat jaar een alternatieve behandelaar te hebben bezocht; tussen 2013 en 2018 gaf zelfs één op de vijf volwassenen aan ooit gebruik te hebben gemaakt van zulke zorg. Populaire alternatieven naast chiropraxie zijn osteopathie en acupunctuur. Vooral vrouwen, mensen tussen 15 en 65 jaar en hogeropgeleiden vinden hun weg naar alternatieve zorg, terwijl mensen met een niet-westerse achtergrond dat minder doen. Gebruikers zijn doorgaans erg tevreden — waarschijnlijk doordat alternatieve behandelaars doorgaans meer tijd nemen, goed luisteren en hoop en genezing beloven.

Die tevredenheid en het wijdverbreide vertrouwen worden volgens het stuk vooral gevoed door gebrekkige kennis en misleidende claims. Alternatieve behandelaars verwijzen soms naar dubieus onderzoek en gebruiken formuleringen als “gezondheidsclaim in afwachting van Europese toelating” die de indruk wekken van wetenschappelijke legitimiteit, terwijl veel methoden geen bewezen effectiviteit hebben en soms schadelijk zijn.

Een belangrijke rol wordt toegeschreven aan zorgverzekeraars. Vrijwel alle verzekeraars bieden aanvullende polissen die alternatieve therapieën vergoeden; uit een radar-enquête bleek dat in 2021 bijna een kwart van de Nederlanders zo’n aanvullende verzekering had. Het artikel stelt dat deze vergoedingen een vorm van legitimatie vormen: omdat een behandeling wordt vergoed, denken mensen dat ze betrouwbaar is. Omdat aanvullende verzekeringen niet aan dezelfde bewijs- en kosteneffectiviteitscriteria worden getoetst als het basispakket, zouden verzekeraars mede verantwoordelijk zijn voor het voortbestaan en de promotie van ondoeltreffende en soms gevaarlijke zorg. Die vergoedingen verlagen de drempel voor gebruik, kunnen leiden tot extra schade en dragen bij aan hogere kosten binnen de reguliere zorg en dus hogere premies.

Het pleidooi in het stuk is helder: zorgverzekeraars moeten transparanter zijn over het gebrek aan bewijs voor veel alternatieve behandelingen en zouden moeten stoppen met het aanbieden van aanvullende polissen die dergelijke zorg legitimeren. Hiermee zouden zij volgens de auteur verantwoordelijker omgaan met de gezondheid van hun verzekerden en de collectieve zorgkosten.