Laos wil een schuldenruil met China
In dit artikel:
In de schaduw van het Phou Phanang-natuurgebied in Laos wijst een koffiehuiseigenaar op de krimpende wildernis: “Er liepen hier olifanten en beren, nu mag je blij zijn als je tropische vogels ziet.” Zijn achtertuin illustreert waar het land mee worstelt: overvloedige ongerepte natuur, maar te weinig geld om die te beschermen. Economen en ngo’s zien daarom kansen in debt-for-nature swaps — schuldenruil waarbij (een deel van) buitenlandse schulden wordt kwijtgescholden in ruil voor investeringen in natuurbeheer. Vorige voorbeelden zijn de Seychellen (2018) en Belize (2021), die vrijgekomen middelen inzetten voor mariene bescherming.
Laos is een aantrekkelijke kandidaat: eind vorig jaar bedroeg de staatsschuld ongeveer 15,3 miljard dollar, bijna gelijk aan het bbp, terwijl het budget voor natuurbeheer in vier jaar terugviel tot rond 170.000 dollar (2021). Grote Chinese infrastructuurprojecten, zoals een spoornetwerk dat uiteindelijk tot Singapore moet doorlopen en dammen, leverden veel krediet — de 6 miljard dollar kostende treinlijn werd voor twee derde door China gefinancierd; Laos leende circa 1,5 miljard dollar mee. China is daardoor de grootste schuldeiser en heeft veel invloed op energie en infrastructuur.
Een VN-rapport uit 2023 adviseerde om schuldenruil met China te bespreken; verkennende gesprekken hebben al plaatsgevonden. Lokale bewoners hopen dat een akkoord de prioriteiten verschuift naar gedegen natuurbeheer en bescherming tegen jagers en houthakkers.