Lagere straf in hoger beroep voor hoofdverdachte Rotterdamse 'koffermoord'
In dit artikel:
De 29-jarige Abdi B. is dinsdag in hoger beroep veroordeeld tot 19,5 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging voor de gewelddadige marteling en moord op de 29‑jarige Manuel Alvarez y Pena in juli 2021. De uitspraak van het gerechtshof Den Haag komt neer op een lagere straf dan de eerdere straf van 24 jaar plus tbs die de rechtbank in Dordrecht in 2023 oplegde.
Het hof stelt dat B. het slachtoffer in een woning in Rotterdam heeft gemarteld, vermoord en het lichaam in elf stukken heeft gezaagd. De lichaamsdelen werden in koffers gelegd en in de kofferbak van een auto vervoerd; vijf dagen na de verdwijning trof de politie de stukken in Dordrecht aan. Volgens het hof was B. de enige die verantwoordelijk is voor de moord en had hij de daad zorgvuldig voorbereid (onder meer door een opblaasbaar zwembadje klaar te zetten om het bebloede lichaam in te leggen).
Tegelijk spreekt het hof alle vier medeverdachten vrij. Drie van hen waren bij de eerdere rechtbankuitspraken nog veroordeeld (straffen van twintig, twintig en één jaar), maar het hof ziet onvoldoende bewijs dat zij meer deden dan schoonmaken in de woning of dat zij vooraf van het moordplan op de hoogte waren; twee zouden zelfs gedwongen zijn te helpen met schoonmaken.
De strafverlaging vloeit volgens het hof voort uit een verminderd toerekeningsvatbaarheid door een persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, een factor die de eerdere rechter niet had meegewogen. De combinatie van langdurige gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging blijft gehandhaafd.