Lagere ochtendopkomst bij verkiezingen: slechts 12 procent van de kiezers stemde tot half elf

woensdag, 29 oktober 2025 (11:37) - Dagelijkse Standaard

In dit artikel:

Op de ochtend van de verkiezingsdag signaleert peiler Ipsos I&O een lagere opkomst dan bij de vorige stembusgang: om 10.30 uur had ongeveer 12 procent gestemd, tegen circa 14 procent in 2023. Hoewel dat verschil klein lijkt, zien deskundigen het als een waarschuwingssignaal dat aansluit bij maandenlange peilingen en straatonderzoeken: veel kiezers voelen zich politiek uitgeput en wantrouwig en twijfelen of hun stem nog invloed heeft.

Die onvrede wordt in het artikel gekoppeld aan recente politieke conflicten en affaires — onder meer de val van Rutte IV, de toeslagenaffaire, langdurige ruzies over stikstof, migratie en klimaat — waardoor burgers het idee hebben dat verkiezingsuitslagen weinig veranderen aan de koers en dezelfde gezichten telkens weer terugkeren. Ipsos benadrukt dat veel mensen pas in de middag of na werktijd stemmen, maar waarschuwt dat als het vertrouwen laag blijft de totale opkomst onder de 77,7 procent van 2023 zou kunnen uitkomen.

De trage start kent bovendien een sociaal onderscheid: jongeren en middenklassen stemmen minder vroeg, terwijl juist die groepen in spannende races vaak de doorslag geven en volgens het artikel geneigd zijn naar rechts te stemmen wanneer ze wél opkomen draven. Campagneleiders in Den Haag maken zich daarom zorgen: een lagere of selectieve opkomst kan de positie van uitersten versterken, omdat hun achterbannen vaak gemotiveerder zijn om te stemmen.

Het artikel bevat bovendien actieve oproepen om toch te gaan stemmen en verwijst naar petities en protesten tegen gevestigde politici. Samengevat: de lage ochtendopkomst wordt gepresenteerd als symptoom van bredere politieke vermoeidheid en wantrouwen in Nederland, met mogelijke gevolgen voor de samenstelling van de uitslag als die onrust zich de rest van de dag voortzet.