Lage acceptatie homoseksualiteit onder jongeren in Amsterdam, is 'opvallende uitzondering'
In dit artikel:
Uit nieuw onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, in opdracht van staatssecretaris Mariëlle Paul, blijkt dat de daling van homoacceptatie onder jongeren in sommige regio’s niet zomaar als een landelijke trend kan worden gezien. Uit de Gezondheidsmonitor Jeugd 2023 van de GGD Amsterdam kwam vorig jaar naar voren dat nog maar 43 procent van de Amsterdamse tweede- en vierdeklassers homoseksualiteit normaal vindt, tegenover 63 procent twee jaar eerder. Ook andere gemeenten lieten een afname zien, wat volgens onderwijswethouder Marjolein Moorman wijst op een ‘conservatieve wind’ die verworven LHBTQ-rechten bedreigt.
De Universiteit van Amsterdam stelde echter vast dat slechts 7 van de 25 GGD-regio’s zulke data hadden verzameld en dat de houdingen sterk verschilden tussen regio’s; drie gemeenten vertoonden een voornamelijk negatieve houding, twee een gemengde en twee juist een positieve. Dit beeld wijkt af van andere lange-termijnstudies sinds 2009 die juist een stijgende acceptatie laten zien. Methodologische verschillen maken directe vergelijking moeilijk, zo benadrukken de onderzoekers.
Demografische factoren spelen een rol in de houding ten opzichte van homoseksualiteit: meisjes, leerlingen op havo en vwo en jongeren zonder religieuze binding staan positiever tegenover homoseksualiteit dan jongens, vmbo-leerlingen en religieuze jongeren. Ook invloed van ouders, leeftijdsgenoten en persoonlijke blootstelling aan LHBTQ-personen is van belang. Andere factoren zoals etniciteit, migratieachtergrond en seksuele oriëntatie worden minder onderzocht en vormen een nog open vraag.
Een vervolgonderzoek, gepland na de zomer, richt zich op onder meer de impact van sociale media en conservatieve denkbeelden, waaronder de zogenaamde manosfeer – een online subcultuur die mannelijkheid promoot en vaak vrouwonvriendelijke elementen bevat. Hoewel burgemeester Femke Halsema populaire, vrouwonvriendelijke influencers als Andrew Tate aanwijst als mogelijke oorzaak van de veranderd houding, is hierover nog geen wetenschappelijk bewijs beschikbaar.
Deze bevindingen onderstrepen de complexiteit van veranderende opvattingen over LHBTQ-acceptatie onder Nederlandse jongeren, waarin regionale verschillen en diverse sociale factoren spelbepalend zijn. Het vervolgonderzoek moet meer duidelijkheid bieden over recente ontwikkelingen en de rol van digitale en culturele invloeden.