Laat de christelijke zondagsscholen niet lijden onder het gevaar van het islamitisch weekendonderwijs

zaterdag, 4 oktober 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Nieuwsuur bracht deze week in twee uitzendingen beschuldigingen naar voren over hoe bijzonder onderwijs — vooral islamitische en reformatorische scholen — invulling geeft aan het vak burgerschapsvorming. De makers stelden dat zulke scholen weliswaar formeel afstand nemen van “democratische waarden”, maar in de praktijk normen uitdragen die daarmee in conflict zouden zijn: ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en afwijzing van homoseksualiteit worden volgens het programma niet zelden gedeeld. Kamerleden sleepten de conclusies naar het debat en demissionair staatssecretaris Koen Becking (VVD) kondigde aan de Onderwijsinspectie een themaonderzoek te laten uitvoeren naar islamitische en reformatorische scholen.

De kritiek valt samen met bredere politieke ontwikkelingen: sinds de moorden op Pim Fortuyn (2002) en Theo van Gogh (2004) groeide in Den Haag de behoefte aan “gedeelde waarden”, wat in 2021 leidde tot het wettelijk verankeren van burgerschapsonderwijs. Volgens de columnist ligt daarin een spanningsveld: die wet legt een progressief-liberale interpretatie van democratische waarden vast voor alle scholen, terwijl de vrijheid van onderwijs (artikel 23 Grondwet) ouders en levensbeschouwelijke gemeenschappen juist het recht geeft scholen te stichten die aansluiten bij hun eigen opvattingen over het goede leven.

De auteur betoogt dat de beleidsverschuiving ook verband houdt met de opkomst van islamitisch onderwijs en het debat over informele weekendscholen, maar waarschuwt voor een ongelijke en reflexmatige reactie van de overheid. Waar artikel 1 (verbod op discriminatie) tegenwoordig de toetssteen lijkt te vormen, raakt zo de klassieke balans tussen vrijheden (religie, meningsuiting, onderwijs) ondergeschikt, stelt het stuk. De oproep is concreet: grijp in tegen vormen van onderwijs die kinderen actief afhouden van deelname aan de samenleving of oproepen tot segregatie of geweld, maar vermijd brede veroordelingen die honderdduizenden ouders en leerlingen als verdachten neerzetten.

Kortom: er is reden tot zorg over radicale of anti‑democratische praktijken op sommige scholen, maar de aanpak moet gericht en proportioneel zijn, zonder de vrijheid van onderwijs en de pluriformiteit van de samenleving onnodig te ondermijnen.