Kunnen er ook in Calgary wereldrecords worden gereden of is de baan te oud geworden?

In dit artikel:

IJsmeester Mark Messer bespreekt de kans op nieuwe wereldrecords in Calgary, een week nadat in Salt Lake City veel persoonlijke en wereldrecords werden gereden. Hij legt uit dat Calgary — net als Salt Lake City — een hooggelegen, indoor ovale heeft waar de combinatie van dunne lucht en precies gereguleerde ijs- en luchtomstandigheden sprinttijden kan bevorderen. Of er echt wereldrecords vallen hangt volgens hem niet alleen van de hoogte af, maar vooral van controle over details: waterkwaliteit, ijsdikte en -temperatuur, het onderhoud tussen rijders door (resurfacen), en vooral luchtvochtigheid en luchttemperatuur in de hal.

Messer benadrukt dat zijn team met verfijnde technieken het ijs “snel” kan maken, maar dat kleine variaties in klimaatbeheersing al een groot effect hebben op weerstand en glijgedrag. Salt Lake City heeft door zijn nog hogere ligging en recente ideale omstandigheden uitzonderlijk snelle tijden opgeleverd, waardoor Calgary iets minder voordeel kan hebben; toch ziet hij een reële kans dat op bepaalde afstanden records of zeer snelle tijden worden gereden als alle parameters gunstig vallen en de rijders in topvorm zijn.

Praktische aandachtspunten die hij noemt zijn het tijdig en zorgvuldig terugbrengen van de luchtvochtigheid naar lage waarden, het consistent houden van de ijsoppervlaktetemperatuur en het gebruik van zuiver water bij het opbouwen van de ijslagen. Ook logistieke factoren — zoals het tijdstip van de races en de staat van de ploeg van rijders — beïnvloeden of een toptijd haalbaar is.

Kort gezegd: Calgary heeft de infrastructuur en expertise om opnieuw extreem snelle tijden mogelijk te maken, maar een wereldrecord is afhankelijk van een samenspel van technische perfectie in de ijsbereiding, gunstige halomstandigheden en piekprestaties van de schaatsers.