Krommunicatie of gewoon asociaal gedrag?
In dit artikel:
De auteur begint met een knipoog naar een bekende taalvondst en schildert vervolgens twee korte scènes die hetzelfde thema uitlichten: de verstikkende invloed van technologie op alledaagse communicatie. In een zwembadkleedhokje ziet hij een volwassen vrouw luid en onverstoorbaar een serieus telefoongesprek voeren, midden tussen handdoeken en slippers – een voorbeeld van onbesuisd publiek gedrag dat sommigen meteen als asociaal of zelfs als symptoom van een psychische stoornis willen bestempelen. De schrijver waarschuwt hiervoor: niet elk storend gedrag is direct een ziektebeeld zoals Asperger; vaak gaat het om een gebrek aan empathie of sociale finesse.
Later treedt dezelfde vervreemding op in het openbaar vervoer: een moeder en haar 17‑jarige zoon reizen samen, maar communiceren nauwelijks. De jongen trekt nonchalant een oordopje uit om schijnbaar afgemeten te antwoorden en stopt het meteen weer terug; moeder accepteert de beperkte interactie, blij dat er überhaupt een reactie komt. Ze ontmoeten elkaar later op een terrasje, elk verdiept in hun eigen scherm – fysieke nabijheid zonder echte verbinding.
De kernboodschap is een oproep tot balans: om nieuwe technologieën niet klakkeloos te omarmen, maar ze kritisch te bevragen en te wegen. Bij de opvoeding pleit de auteur voor een combinatie van nieuwsgierigheid en bezonnenheid; blijf open voor vernieuwing, maar behoud het vermogen tot empathie en menselijk contact. De beschreven voorbeelden illustreren hoe gemakzuchtige mediagebruikers het onderlinge samenzijn kunnen uithollen, met als triest slot dat ouder en kind wel bij elkaar zitten, maar in wezen in gescheiden werelden leven.