Kritiek op Trump na Garde-schietpartij: Pipes waarschuwt voor islamitisch "jihadsyndroom"

zaterdag, 29 november 2025 (11:37) - Dagelijkse Standaard

In dit artikel:

Twee leden van de National Guard werden onlangs neergeschoten vlakbij het Witte Huis in Washington D.C. Als verdachte is de 29‑jarige Afghaan Rahmanullah Lakanwal aangewezen, een man die in 2021 tijdens de chaotische evacuatie uit Kabul als vluchteling de VS binnenkwam via een versnelde toelatingsprocedure. President Trump omschreef de dader als "completely insane", maar die verklaring botst met de analyse van de Amerikaanse historicus Daniel Pipes.

Pipes, gespecialiseerd in islamisme en radicalisering, waarschuwt al jaren voor wat hij het "Sudden Jihad Syndrome" noemt: individuele daders die ogenschijnlijk geïntegreerd leven maar plots een religieuze omslag maken, contact leggen met radicale online netwerken en vervolgens geweld plegen. Dit zijn doorgaans geen leden van georganiseerde cellen of direct vanuit ISIS aangestuurde terroristen, maar eenidividuele, ideologisch gemotiveerde daders die vooral moeilijk voorspelbaar zijn. Pipes signaleert een patroon van relatieve normaliteit gevolgd door snelle radicalisering en een gewelddadige uitbarsting — precies wat volgens hem in het incident bij het Witte Huis lijkt te zijn gebeurd.

De zaak werpt beleidsvragen op: tijdens de evacuatie uit Afghanistan liet de VS via humanitarian parole meer dan 88.000 mensen toe, waarvan een onbekend aantal zonder volledige identiteitsverificatie wegens de noodsituatie in 2021. Critici stellen dat politieke druk en de praktische onmogelijkheden van die periode soms boven grondige veiligheidschecks gingen. Volgens Pipes en de auteur van het artikel is het gevaar niet primair klinisch — het gaat niet altijd om psychiatrische aandoeningen — maar om ideologische motivatie, wat andere beleidsreacties vergt: strengere screening, gerichte veiligheidsmaatregelen en erkenning van het fenomeen van geïndividualiseerde jihadistische aanslagen.

Kort samengevat: het incident onderstreept de moeilijkheid om lone‑actor radicalisering te detecteren en roept op tot beleidsaanpassingen in immigratie- en veiligheidsprocedures in plaats van het probleem weg te schrijven als louter mentale instabiliteit.